donderdag 27 februari 2014

Zat Eénvandag in 2010 toch goed in de Marianne Vaatstra-zaak?

In 2010 zond Eénvandaag drie afleveringen uit over de mogelijke dader van de moord op Marianne Vaatstra in 1999, die tot op dat moment uit handen van politie en justitie had weten te blijven. Ondanks dat er in 2012 een dader is opgepakt en veroordeeld, Jasper S., zijn er mensen die daar tot op heden over twijfelen of het eindresultaat resoluut terzijde schuiven. Het artikel wat eerder op De Grijze Duif werd geplaatst, De onmogelijke bekentenis van Jasper S., is daar een duidelijk voorbeeld van. Volgens onderzoeker Wim Dankbaar van Recht is krom is het een absurd idee dat Jasper S. de dader zou zijn, en wijst alles erop dat hij onschuldig is. De daders (ja, dat is meervoud) zijn al jaren bekend: Feik Mustafa en Ali Hassan.

Ergens midden april zal een boek van zijn hand in samenwerking met J Hans Mauritz verschijnen met de titel: "Het Verboden Dagboek van Maaike Vaatstra". Het voorwoord, een voorproefje en de inhoud van het boek zijn inmiddels hier te bekijken. Ondanks wat hobbels op de weg is het boek gewoon te koop bij onder andere Bol.com. Maar als u tot koop over wilt gaan is het wellicht leuker om het rechtstreeks bij de heren zelf te bestellen. Naast de handtekeningen van beide auteurs heeft u dan ook de mogelijkheid een persoonlijke boodschap in het boek te laten zetten.

In het licht van dit aankomende boek wil ik graag terug kijken op een drietal uitzendingen van Eénvandaag. Het geeft duidelijk weer dat politie en justitie reeds vanaf het begin het AZC had uitgesloten om de daders te zoeken. In de uitzendingen noemt een politie psycholoog het "tunnelvisie" en "paniekvoetbal". Persofficier van de politie Henk Mous stelt dat ze wel degelijk naar de juiste Ali Hassan hebben gezocht toen daar aanleiding voor was. Dat de juiste Ali in Turkije is aangehouden en op basis van DNA is uitgesloten als dader. Niet alleen onhoudbaar volgens Dankbaar, maar ook volgens Eénvandaag!

Dankbaar stelt in mijn ogen terecht dat ook Mous zelf weet dat hij nonsens verkoopt, want hij weet wie de juiste Ali Hassan is. Hij weet niet alleen wie Ali is, hij weet ook wie hem het land uit heeft gesluisd en hem verborgen heeft gehouden voor het gerecht. Hierdoor kun je zeggen dat Mous zich medeschuldig maakt aan obstructie van het onderzoek, het oplossen van de moord op Marianne Vaatstra. Dat is crimineel gedrag waar volgens Dankbaar niet alleen Mous zich schuldig aan maakt, maar velen met hem. Dit wordt uitgebreid toegelicht en onweerlegbaar onderbouwd in het aanstaande boek.

Hier een quote uit de transcriptie. De ultieme uitglijder van Mous, uit het tweede deel van Eénvandaag. Op pijnlijke wijze is zien hoe Mous zichzelf volledig klem praat en een schandalige wanprestatie levert op nationale televisie. Waarop de voiceover vraagt:

"Snapt u het nog?" (Eénvandaag 2010)

Nu volgt als eerste de 3 uitzendingen direct gelinkt vanaf Eénvandaag. Daarna volgen de Youtube versies met daarbij een volledige transcriptie van de uitzendingen, met grote dank aan Recht is krom:
Complimenten aan Eén Vandaag: al vier jaar geleden héél dichtbij….

Eénvandaag:
Justitie verwart verdachten in moordzaak Vaatstra
(05-03-2010)
sitestat

Justitie heeft in het onderzoek naar de onopgeloste moord op Marianne Vaatstra een verkeerde verdachte opgepakt en daarmee de mogelijke dader laten lopen. Dat blijkt uit onderzoek van het televisieprogramma EenVandaag. Meerdere getuigen zeggen dat de verdachte die justitie in 1999 op basis van hun verklaringen aanhield, niet de persoon is die zij bedoelden. Het OM houdt echter tot op de dag van vandaag vol wel de persoon te hebben aangehouden die door getuigen was beschreven, maar dat die onschuldig is omdat zijn DNA niet overeenkomt met dat van de dader.
 
De zestienjarige Marianne Vaatstra werd in de ochtend van 1 mei 1999 dood gevonden in een weiland in het Friese Veenklooster. Ze was verkracht, gewurgd en haar keel was doorgesneden. Juist dat laatste aspect deed velen in de omgeving er van overtuigen dat de dader gezocht moest worden in het nabijgelegen asielzoekerscentrum (AZC) in Kollum. Die gedachte werd versterkt toen bleek dat er in de nacht van de moord een asielzoeker uit het AZC was verdwenen. Het ging om een Ali, de vriend van de man die Marianne twee weken voor haar dood in een discotheek had bedreigd met een keeldoorsnijdend gebaar. De portier van die discotheek verklaart in EénVandaag dat Ali bij die bedreiging was en omschrijft hem als een ‘kleine gezette man’.

Heel andere Ali
Ook andere getuigen die Ali kenden, waaronder oud personeel van het AZC dat nu voor het eerst met de media praat, omschrijven hem als een kleine dikkere man. Op basis van hun verklaringen over Ali en zijn plotselinge verdwijning na de moord hield de politie in oktober 1999 een Ali H. in Turkije aan. Na DNA onderzoek werd hij vrijgelaten omdat zijn DNA niet overeenkwam met het DNA van de dader. Kort na zijn vrijlating gaf de in Turkije aangehouden Ali H. een interview aan de televisiezender SBS. Voor veel getuigen een grote schrik want de man die was aangehouden bleek een heel andere Ali te zijn dan de Ali die zij bedoelden. De aangehouden Ali was veel langer en slanker dan de Ali waarover zij bij de politie verklaringen hadden afgelegd. Diverse personeelsleden van het AZC, waaronder een leidinggevende, stellen bovendien in EénVandaag de aangehouden Ali H. uit Turkije helemaal niet te kennen en nooit te hebben gezien in het AZC Kollum.

Nieuw onderzoek
Verschillende getuigen hebben dit destijds meteen bij de politie gemeld maar voelen zich tot op heden niet serieus genomen. Het Openbaar Ministerie houdt vol de juiste persoon te hebben aangehouden. “Wij hebben op dit moment geen aanleiding om te vermoeden dat het niet de juiste Ali zou zijn”, aldus persofficier Henk Mous. Toch houdt het OM naar aanleiding van de uitzending het ‘Ali-verhaal’ tegen het licht in een nieuw onderzoek. “We zijn bezig om dit voor eens en altijd duidelijk te krijgen”, zegt Mous. Over de verklaringen van getuigen in EénVandaag (negen in totaal) dat justitie een andere man heeft aangehouden dan de man waar zij over verklaarden zegt de persofficier: “Ik zie dit als een tip, bepaalde informatie die nagelopen dient te worden en daar zijn we nu mee bezig”.


'Tunnelvisie in onderzoek moord Vaatstra'
(06-03-2010)

sitestat

Er is sprake van tunnelvisie en paniekvoetbal in het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. Dat zegt voormalig politiepsycholoog Harrie Timmerman vanavond in het televisieprogramma EénVandaag. Hij reageert hiermee op het verhaal van diverse getuigen over een cruciale fout van het Openbaar Ministerie waardoor de mogelijke dader nooit is opgespoord. Volgens Timmerman is “de informatie die het OM en de politie geeft onbetrouwbaar”. Timmerman legde eerder al de onderzoeksblunders bloot in de Schiedammer parkmoord.
 
De zestienjarige Marianne Vaatstra werd in de ochtend van 1 mei 1999 dood gevonden in een weiland in het Friese Veenklooster. Ze was verkracht, gewurgd en haar keel was doorgesneden.

Verkeerde Ali
Diverse getuigen verklaarden dat er in de nacht van de moord een kleine dikke Ali spoorloos was verdwenen uit het nabijgelegen asielzoekerscentrum (AZC) in Kollum. Deze Ali had bovendien Marianne twee weken daarvoor samen met een vriend bedreigd met een keeldoorsijdende beweging. Justitie hield een half jaar na de moord een lange slanke Ali aan en stelt dat dit de man is waar getuigen over hadden. De getuigen meldden de politie echter meteen dat deze man niet de Ali was waarover zij hadden verklaard, omdat die klein en dik was. Ook liet personeel van het AZC Kollum gisteren in EénVandaag weten de aangehouden man nooit te hebben gezien en niet te kennen van het AZC.

Onbetrouwbaar
Justitie laat weten het verhaal te onderzoeken, maar tot op heden geen twijfels te hebben of de juiste verdachte destijds is aangehouden. Timmerman vindt dit onbegrijpelijk. “Dat is geen goede insteek. Men is zo overtuigd van het eigen gelijk dat wanneer het tegendeel zou worden aangetoond, men helemaal verstart en een houding heeft van ‘het kan niet’ en ‘het is onmogelijk’. En dan worden allerlei redeneringen daarvoor bedacht.” Volgens Timmerman moet de informatie van het OM dan nu ook niet zonder meer geloofd worden. “Wanneer er kritiek komt van buiten dan heb je dus die paniekreactie en dan geeft men allerlei onbetrouwbare informatie”.


Afkomst dader zaak Vaatstra ter discussie
(08-03-2010)

sitestat

De analyse van justitie dat de moordenaar van Marianne Vaatstra op basis van DNA-onderzoek een blanke West-Europeaan moet zijn, is onterecht. Dat stellen deskundigen in EénVandaag. Over de etnische afkomst van de dader is veel te doen geweest omdat de lokale bevolking de dader zocht in het nabijgelegen asielzoekerscentrum. Justitie nam de onrust weg door te melden dat de dader een blanke West-Europese man was.

De zestienjarige Marianne Vaatstra werd in de ochtend van 1 mei 1999 dood gevonden in een weiland in het Friese Veenklooster. Ze was verkracht, gewurgd en haar keel was doorgesneden. Op haar lichaam aangetroffen DNA-dadersporen werden onderzocht op etnische afkomst door het Nederlands Forensisch Instituut. Op basis van dat onderzoek bracht het OM naar buiten dat de dader een blanke West Europese man was. Veel te kort door de bocht menen deskundigen. En ook het NFI zelf maakt belangrijke nuances.

Onverstandig
“Nationaliteit, waar iemand vandaan komt en hun genentype, het loopt allemaal door elkaar heen”, aldus hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen. “In recherchetechnisch opzicht kun je hier niet je onderzoek door laten leiden, heel onverstandig”. Ook het NFI zelf brengt belangrijke nuances aan; “Er moet altijd rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat iemand met een West-Europees DNA profiel niet persé geboren hoeft te zijn in West Europa. Ook hoeft diegene niet persé bank te zijn” laat het NFI weten aan Eénvandaag. Ook rechtsfilosoof Ton Derksen zet vraagtekens: “Men gaat er vanuit dat asielzoekers geen West-Europese genen zouden hebben. Dat is een vooronderstelling die niet blijkt te kloppen”.

Nieuw onderzoek
Het is niet de eerste kritiek op het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. Afgelopen vrijdag stelden meerdere getuigen in EénVandaag dat justitie een andere man heeft opgepakt dan de verdachte waar zij over hebben verklaard. Tot hun frustratie wil justitie echter niet naar hen luisteren. Op dit moment kijkt er een cold case team van de Politie Friesland naar de zaak. Peter van Koppen heeft hier weinig vertrouwen in; “Twee mannen die in hun vrije tijd af en toe naar deze zaak kijken, dat wordt in Friesland een coldcase team genoemd, wij in het westen noemen dat geen coldcase team.” Ton Derksen wil dat er een nieuw onderzoek komt door een nieuw team; “Een oud team is levensgevaarlijk omdat die bij hun oude denkbeelden blijven. Dat is niet iets wat je ze kwalijk kunt nemen maar dat gebeurt gewoon. Een nieuw team is nodig omdat die fris naar de zaak blijft kijken.”


Recht is krom:
Na verschijning van Het verboden dagboek van Maaike Vaatstra zullen de uitzendingen van Eén Vandaag van maart 2010, bijna vier jaar geleden, al dan niet middels een compilatie, ongetwijfeld herhaald worden. De commentaren en duidingen van de beide auteurs van ‘Het verboden dagboek van Maaike Vaatstra’ zijn cursief gedrukt.

Eerste uitzending van  5 maart 2010:



Presentator: Justitie heeft geblunderd in het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. De politie is een half jaar na de moord achter de verkeerde verdachte aangegaan. En hierdoor is een veel serieuzere verdachte buiten schot gebleven. Dat verklaren verschillende getuigen tegenover Eénvandaag.

Maaike Terpstra: Hoe lang heeft het geduurd? Je blijft met zo vreselijk veel vragen zitten. Maar ze zijn er elke dag….elk moment.

Voice Over (VO): Maaike Terpstra en Bauke Vaatstra. Elf jaar geleden werd hun dochter vermoord. Tot op de dag van vandaag strijden ze voor het vinden van de moordenaar die volgens hen nooit gevonden mocht worden. Twee weken voor de moord werd Marianne in een plaatselijke kroeg bedreigd door twee asielzoekers, Ali en Feik. Ze maken keeldoorsnijdende gebaren. Voor de omgeving is het duidelijk waar de daders gezocht moeten worden. En toch wordt er niet meteen zichtbaar onderzoek gedaan.

Inderdaad niet zichtbaar werden Ali en Feik meteen door justitie weggesluisd. Ali via het grenshospitium Amsterdam naar Noorwegen en Feik naar het AZC Musselkanaal.

Officier van Justitie Roelof de Graaf: Wij hebben voortdurend tegen een bepaalde beeldvorming moeten vechten. En dat is dat de dader een asielzoeker was. En misschien is het zo, misschien is het niet zo. We weten het niet. We weten het pas op het moment dat hij is aangehouden en is veroordeeld.

Een Freudiaanse verspreking van De Graaf die de ware insteek van justitie toont. Want waarom zou je “moeten vechten” tegen de beeldvorming dat de daders asielzoekers zijn? Bovendien had justitie zelf aan die beeldvorming bijgedragen door een internationaal opsporingsbevel naar Ali Hassan uit te vaardigen.  

Maaike Terpstra: “Er zijn rechercheurs uit het onderzoek die gezegd hebben: Wij wisten ook wel welke kant we op moesten, maar we mochten niet van hogerhand”.

Dat geeft de ware insteek van justitie nog maar eens weer: ‘Hogerhand’ wist wie de daders waren maar dat mocht voor geen enkele prijs naar buiten komen.

Roelof de Graaf: Los van de personen die interessant zijn geweest op het asielzoekerscentrum, zijn er geen aanwijzingen geweest dat de dader daar gezocht moest worden.

Schaamteloze en keiharde leugen van De Graaf. De als agressief bekend staande Ali Hassan had Marianne met een keeldoorsnijdend gebaar bedreigd, was na de moord niet teruggekeerd op het AZC en werd later door Justitie internationaal gesignaleerd. Hoezo geen aanwijzingen?  

VO: Onbegrijpelijk voor de dorpsbewoners. Het leidt tot een eiergooi-incident in Kollum. De storm van kritiek op de handelwijze van justitie neemt toe. Diverse rechercheteams, grootschalig DNA onderzoek dat tot niets leidt en aanwijzingen die niet goed onderzocht zouden zijn. En dan de zoektocht naar de asielzoekers die Marianne bedreigden. En dit zou wel eens het onderzoekspunt kunnen zijn waar justitie faliekant de fout in is gegaan.

Presentator: Ja, volgens meerder cruciale getuigen die na elf jaar hun stilzwijgen doorbreken, is het vanaf dat moment misgegaan. De politie concentreerde zich simpelweg op de verkeerde verdachte.

De getuigen doorbreken hun stilzwijgen niet, zij hebben vanaf het begin alles gemeld aan justitie. De juiste stelling is dat justitie deze getuigen stil gezwegen heeft.

VO: Het voormalige asielzoekerscentrum De Poelplaats in Kollum ligt er nu verlaten bij. Hier zaten de asielzoekers Ali Hassan en Feik Mustafa.

Interviewer: Kende je ze goed?

Woordvoerder: Redelijk. Van het sporten. Ze werden opgehaald voor het voetbal.
VO: Oud beveiliger ‘Rob’  spreekt hier namens vier andere medewerkers van het voormalige AZC in Kollum. Hij vertelt over asielzoekers Ali en Feik. De Ringo bar in Kollum. Hier bedreigde het tweetal Marianne Vaatstra vlak voor haar dood met keeldoorsnijdende gebaren. Oud portier Bertus was erbij.

Bertus: Op gegeven moment staan er twee AZC’ers Marianne te bedreigen met een keeldoorsnijdend gebaar. Ik zag dat, ik heb gelijk de buitendeur dichtgedaan en ben naar die AZC’ers toegelopen en heb gevraagd: Wat is het probleem?

VO: Na de moord werd van Feik DNA afgenomen, wat hem uitsloot als dader. Ali Hassan verdween volgens de beveiligers spoorloos en keert nooit meer terug naar het AZC. De verklaring van een oud minister van justitie luidt als volgt: “Twee beveiligingsbeambten van het AZC in Kollum hebben verklaard dat in de nacht van 30 april op 1 mei 1999 een groep bewoners het terrein verliet. Toen de groep tussen 3:30 en 4:00 uur terugkwam was Ali H. niet aanwezig. Onder andere op grond van de verklaringen van deze beveiligingsbeambten werd H. als verdachte in de zaak Vaatstra aangemerkt.” Reden voor justitie dus om Ali Hassan op te sporen. Tot zover een logisch verhaal. Na acht weken speuren vinden ze Ali Hassan, in Turkije. Ali wordt in de boeien geslagen, terwijl justitie eigenlijk dan al weet dat hij de dader niet kan zijn.

Dat DNA afname iemand al dan niet uitsluit als dader, is het begin van de hersenspoeling van het publiek. Elke sukkel begrijpt dat als Feik Marianne niet verkracht heeft, maar bijvoorbeeld zijn vriend Ali, hij even goed Marianne de keel kan doorgesneden hebben. En andersom natuurlijk. Deze ‘truc’ is door justitie oneindig vaak herhaald. Matchte het DNA van een verdachte niet met het DNA van het sperma dan was hij niet de dader.

Officier van Justitie Roelof de Graaf: Wij hebben tijdens het onderzoek ook gehoord dat hij tijdens de moord en de week voorafgaand aan de moord niet in Friesland was. Dus voor ons werd hij steeds minder interessant. Zoals gezegd, door de media was hij gebombardeerd tot hoofdverdachte, als dader, en ik heb die druk als zodanig aangevoeld dat ik niet meer kon zeggen: Hij is voor mij niet meer interessant en we laten hem lopen.

Logisch dat hij niet interessant was. Het was immers niet de Ali die de vriend van Feik was en direct  door justitie naar Noorwegen is gesmokkeld.

Interviewer: Dus u heeft zich laten leiden door de publieke opinie?

De Graaf: Ja, ik ben nu heel eerlijk, en ik zeg dat nu ook voor het eerst, maar dat is wat er gebeurd is.
VO: De Graaf wordt na de uitzending door het ministerie van justitie op het matje geroepen en neemt zijn uitspraken terug. Na DNA onderzoek blijkt dat Ali Hassan, opgespoord in Turkije, inderdaad niet de dader is. Hij zou niet eens in Kollum zijn geweest tijdens de moord. Hij verschijnt in een uitzending van SBS6.

Ali Hassan in SBS6 uitzending: Ik wil het weten! Wie heeft me dit in de schoenen geschoven en waarom? Ik ga een claim indienen. Ik wil mijn recht!

VO: Naar buiten toe wordt door justitie gesteld dat Ali Hassan niet betrokken is bij de moord op Marianne Vaatstra. En dat klopt! Althans niet deze Ali Hassan! Wanneer beveiligers van het AZC Kollum de uitzending zien, zijn ze met stomheid geslagen. Want over één ding zijn ze het eens.
Woordvoerder Rob: De Ali op de TV opname van SBS6, dat is niet de Ali die wij kennen van Kollum!

VO: Maar hoe kan dat? Deze beveiligingsbeambten hadden immers zelf verklaard dat het Ali Hassan was die niet terugkeerde naar het AZC. Bij navraag blijkt dat ze een andere Ali bedoelden.
Rob: Nou de Ali vans SBS6 is wel 1.85 -1.90 m, een lang postuur. Maar het is niet de Ali die wij kennen van Kollum.

Interviewer: In Turkije werd gezegd: Hij was niet in Nederland ten tijde van de moord?
Rob: Nou, dat geloof ik.

Interviewer: Maar de Ali die jullie kenden?

Rob: Die was wel in Kollum. Eén van de beveiligers heeft zijn hand nog opgestoken toen Ali wegreed op de fiets met een groepje asielzoekers.

VO: Een goede vriendin van Marianne verklaart het volgende: “Ali was klein en gezet. Ik ben hem op 30 april ‘s middags nog tegengekomen in het centrum van Kollum.” Ook zij ziet de uitzending van SBS6 gezien en verklaart: “Justitie heeft een andere Ali in Turkije opgepakt. Toen ik het interview met SBS zag, wist ik het meteen.”

Ook Bertus, de portier die bij de bedreiging van Marianne was, beschrijft een andere Ali: “Ja, een beetje pafferig, ik schat 1.50-1.60m.” Ook een vrijwilligster uit het AZC Kollum, die hielp bij de kinderopvang, kende Ali Hassan en omschrijft hem als volgt: “Ali was een kleine dikke man. Hij was onverzorgd en droeg vieze kleding.  Hij sprak slecht Nederlands en Engels. Als hem iets niet aanstond, maakte hij dat op een agressieve manier duidelijk.” Uit verklaringen van oud beveiligers en diverse getuigen mogen we dus concluderen dat het hier om twee verschillende Ali Hassans gaat.

Volgens justitie zou ook de Ali uit Turkije in het AZC van Kollum hebben gezeten, maar een anonieme bron vanuit de leiding van het AZC laat ons weten: “Niemand van de medewerkers herkent de door justitie aangehouden Ali. Volgens de medewerkers heeft hij niet in het centrum gewoond.” Afgaande op verklaringen van oud beveiligers en diverse getuigen kunnen we niet anders concluderen  dat justitie achter de verkeerde Ali is aangegaan. En de Ali die wel in Kollum was ten tijde van de moord is vooralsnog spoorloos.

Interviewer stelt vragen aan persofficier Henk Mous: Als we kijken naar het hele onderzoek, is justitie er dan vanuit gegaan dat er wel eens twee Ali’s zouden kunnen zijn?

Henk Mous: Uuh, Justitie heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat er een Ali was waarvan gezegd werd dat die niet teruggekeerd zou zijn op het AZC op de avond voorafgaand aan de moord. Ali Hassan. Daar is vervolgens een heel onderzoek op ingesteld, wat uiteindelijk heeft geleid tot de aanhouding van die Ali in Turkije.

VO: Volgens eigen zeggen hebben de oud beveiligers meerdere malen melding gemaakt van het feit dat de gearresteerde Ali in Turkije niet de Ali was die zij kenden van het asielzoekerscentrum in Kollum.

Interviewer: Wat voor dingen hebben jullie aangegeven?

Woordvoerder Rob: Meerdere jongens zijn bij justitie geweest om het verhaal nog een keer te vertellen.Maar het eerste wat gezegd werd was: Hoe ben  je hier, op de fiets? Nou, ga dan eerst maar eens je DNA afstaan. Je kan het net zo goed zelf gedaan hebben!

Dis is tekenend en symptomatisch voor de behandeling van getuigen die met voor justitie onwelgevallige informatie komen.

VO: Voor de vader van Marianne is wat de oud beveiligers nu naar buiten brengen niet nieuw. Volgens hem is er sprake van tunnelvisie waardoor er nooit serieus onderzoek is gedaan naar een tweede Ali.

Bauke Vaatstra: Het was algemeen bekend, maar ze hebben het altijd ontkend bij het Openbaar Ministerie. Ze wisten direct dat al dat het niet de goede was. Maar tot nu toe houden ze nog altijd vol: we hebben de goeie gehad!



Henk Mous: Als het zo zou zijn, en wij hebben op dit moment geen reden om daaraan te twijfelen, dat er nog een tweede Ali zou zijn, en dat er ook niet van de juiste Ali vingerafdrukken en DNA is  afgenomen, dan gaan we daarmee aan de slag.

Interviewer: Nu zijn er beveiligers die hebben dit al veel eerder gemeld en die zeggen: Wij zijn nooit serieus genomen. Er is een andere getuige die ook al vaker heeft gezegd: De Ali van de uitzending van SBS6 is niet de Ali die wij kenden. Want dat was een klein mannetje van 1.60 m. Waarom is daar nooit eerder iets mee gedaan? En waarom gaat justitie nu pas de mogelijkheid onderzoeken of er geen tweede Ali kan zijn?

Henk Mous: Ja, daar kan ik nu niet gelijk een antwoord op geven. Ik weet in ieder geval dat deze verhalen vaker naar boven zijn gekomen.

Interviewer: Waarom is het niet eerder onderzocht?

Henk Mous: Uhm, ja, dat durf ik niet aan te geven, kan ik niet aangeven. Ik weet ook niet wanneer ze het precies aangegeven hebben en in hoeverre de informatie die ze aangegeven hebben al niet eerder uitgezocht is.



Woordvoerder Rob: Ja, die frustratie is al van jaren terug natuurlijk. Voor mij is het minder belangrijk. Ik zit hier alleen om nog een keer aan te geven wat er gebeurd zou kunnen zijn. In principe voor de moeder van Marianne. Want daar is het natuurlijk belangrijk voor dat het nog een keer opgelost kan worden.

Bauke Vaatstra: Ik zal niet zeggen dat hij de moordenaar is, dat weten we niet, maar dat ze er nooit meer ingestoken hebben dan tot nu toe, dat vind ik ergerlijk.

Tweede uitzending van  6 maart 2010:



Presentator: Vanavond in onze uitzending Marianne Vaatstra: Rechercheurs hadden tunnelvisie waardoor een belangrijke verdachte kon ontkomen. De verdachte waar de getuigen het over hebben zou overigens in een Noorse cel hebben vastgezeten. Dat zegt een Nederlander die daar zijn cel met hem heeft gedeeld.

Tunnelvisie is verre van het juiste woord. Hier is sprake van pure misdrijven, gepleegd door justitie zelf.

Interviewer: Gerrit, jij zat in Noorwegen vast. Waarom?

Gerrit Veldman: Voor hasjsmokkel. Daar ben ik gepakt in maart 1997. Daar heb ik gezeten tot 2000.
VO: We schrijven juli 1999. Gerrit Veldman zit dan twee jaar vast in Noorwegen en krijgt in de cel naast hem een nieuwe buurman: Ene Ali.

Gerrit Veldman: Het was een Irakees. Zijn moeder was Irakees en hij beweerde dat zijn vader een Amerikaan was, een hoge officier in het leger. Dat is wat hij mij vertelde. Hij wist dus niet dat ik een Hollander was. Maar op een gegeven momnet vroeg hij dus: Kom je uit Noorwegen? Nee, ik kom uit Holland. Daar schrok hij van. En toen werd hij ook een beetje terughoudend. Ik vroeg: Wat heb je gedaan in Holland? Maar dat ging allemaal gebrekkig, want Engels spreken kon hij zowat niet.
VO: De nieuwe gevangene ontloopt hem, maar zoekt later toch weer contact.

Gerrit Veldman: Op een gegeven moment komt hij met een zakagenda aan en liet hij mij adressen zien. Plaatsen waar ik nog nooit van gehoord had: Kollum en Zwaagwesteinde.

VO: In de gevangenis krijgt Gerrit regelmatig bezoek van Rode Kruis medewerker Anton Holleboom die al 20 jaar in Noorwegen woont en met wie hij nog regelmatig via Skype contact heeft.

Gerrit: Ik kreeg daar af en toe een krant en daar stond het verhaal in van Marianne Vaatstra. En ik kreeg van die man zo’n rare smaak in mijn mond dat ik tegen Holleboom zei: Holleboom, ik krijg het idee dat hij daarmee te maken heeft. Ik heb aan die Irakees gevraagd waarvoor hij zat. Daar draaide hij omheen. Ik zeg: Je hebt toch wel een papier gehad? Nou, in ieder geval kwam hij met die dagvaarding aan. Hij denkt: Die kan jij toch niet lezen. Die dagvaarding was in het Noors. Maar op dat moment was Holleboom bij me.. Dus ik zeg tegen Holleboom: Alsjeblieft, wat staat daar?

VO: Op de dagvaarding was volgens Holleboom te lezen dat Ali op 5 mei Noorwegen was binnengekomen. Maar dat was nog niet alles.

Anton Holleboom: In de dagvaarding stond dat hij auto’s had vernield, in de stad Arndal in het centrum en ook dat hij een vrouw had bedreigd met een mes, op zo’n manier dat hij een beweging maakte naar de keel van die vrouw.

Gerrit Veldman: Ik denk dat hij zo’n 1.60 m was. Pafferig, onverzorgd. Het leek wel of het mannetje ook niet goed bij zijn hoofd was. Die indruk kreeg ik van hem.

VO: Gerrit zag pas onlangs de uitzending van SBS6. Hij nam contact op met de journaliste die de Ali uit Turkije had geïnterviewd.

Gerrit Veldman:  Ze zegt: Wat wilt u weten? Ik zeg: Hoe groot is die man? Ze zegt: 1.90 m ongeveer. Toen zei ik: 1.90 m? Maar die bij mij gezeten heeft is 1.60 m.Toen was ze ook heel verbaasd. Ze zei: Dit kan niet! Ik wil weten wie er bij jou gezeten heeft. Ik zei: Ja, dat begrijp ik.

Anton Holleboom: Ik durf mijn hand in het vuur te steken dat deze man niet 1.80 of 1.90 was, want hij was veel kleiner dan ik. Ik keek naar beneden, hij kwam nog niet verder dan mijn schouder. En ik ben 1.80.

Henk Mous: Het verhaal van Veldman die het erover had dat naast hem iemand zat in de cel die zou lijken op de Ali H., dat hebben wij kunnen verifiëren. Dat hebben wij kunnen nagaan dat dat niet Ali H. is. We weten ook wie het wel was en we weten ook voor 100% zeker dat op de dag van de moord op Marianne, die persoon vastzat in de Noorse cel.

Hoe is dat mogelijk als op de dagvaarding stond dat hij op 5 mei Noorwegen binnenkwam? De moord op Marianne was op 1 mei. Weer een leugenachtige bewering van Mous die op geen enkele wijze gestaafd wordt.  



VO: Maar de vraag rijst of dit werkelijk zo is en of er nu echt naar de goede persoon is gerechercheerd. Volgens Rode Kruis medewerker Anton Holleboom was op de dagvaarding van de Irakees immers te lezen dat de man op 5 mei Noorwegen binnen kwam. Dat is vijf dagen na de moord op Marianne.

Henk Mous: Ik weet niet waar hij dat op baseert, over welke man hij het dan heeft.

Interviewer: Op de Irakees die in de cel zat naast Gerrit Veldman.

Henk Mous: Ja nou, dat zou dus heel goed kunnen omdat het niet die Ali H. is. En ik denk dat op de dagvaarding ook niet gestaan zal hebben dat hij op 5 mei het land is binnengekomen, want in een dagvaarding staat meestal wanneer het uitgereikt is of wanneer het strafbare feit is begaan.

Afleidend geklets van Mous. Op een dagvaarding kan heel goed staan wanneer een verdachte het land is binnengekomen. Bovendien beschreef het document ook de gepleegde strafbare feiten precies zoals een dagvaarding dat ook doet. De vraag of het nu een dagvaarding was of een andersoortig document doet ook helemaal niet ter zake. Let vooral op de gezichtsuitdrukking van Mous. Hij heeft het niet breed. Zit er echt mee omhoog en maakt zich duidelijk zorgen: hoe lul en lieg ik me hier uit.

Interviewer: Maar als het gaat om de datum waarop een strafbaar feit is begaan, had hij dus nooit vast kunnen zitten.

Henk Mous: Hij had op het moment van de moord op Marianne zeker wel vast kunnen zitten, het zou alleen kunnen betekenen dat hij daarna wederom een strafbaar feit heeft gepleegd.
Interviewer: Hebben jullie van die man DNA afgenomen?

Henk Mous: Nee, maar daar is ook geen enkele aanleiding voor om daar verder op door te gaan.
Let op! Straks wordt duidelijk dat Mous eerder beweerd heeft dat van deze man wél DNA is afgenomen. Eén van beide beweringen moet dus een glaszuivere leugen zijn. Waarom, meneer Mous. Waarom?

VO: En dat is vreemd! In een uitzending van vijf weken geleden reageert het OM op een artikel waarin verwezen wordt naar de man die naast Gerrit Veldman in de Noorse cel zat. En stelt Mous dat er van deze man wél DNA is afgenomen.

Henk Mous in de betreffende uitzending van 5 weken geleden: De Ali die genoemd wordt in het artikel waarin verwezen wordt naar de getuige Veldman, waarin hij ook Ali noemt, die persoon Ali hebben wij al als verdachte uitgesloten middels DNA.

Let op! Mous bevestigt dus dat de man in de Noorse cel Ali heette. Precies zoals de destijds gezochte hoofdverdachte.

Interviewer: Op 23 januari van dit jaar heeft u voor GPTV verklaard dat de Ali van getuige Veldman uitgesloten was op basis van DNA onderzoek. Hoe kan dat dan?
Henk Mous: Ja, omdat de Ali H. waar hij op doelt, dat is uiteindelijk de Ali H. die in Turkije is aangetroffen.

Interviewer: Maar u zegt dus in die uitzending: De Ali van getuige Veldman. Dan bedoelt u dus de man die in de Noorse cel zat?

Henk Mous: Nee, dat bedoel ik niet, dat bedoelt de getuige Veldman! De getuige Veldman bedoelt: Dat is mogelijk de Ali H. die ik gezien heb! Die Ali H. hebben wij middels DNA uitgesloten in Turkije.

VO: Aha! Dus volgens het OM is de Ali H. die justitie arresteerde in Turkije, een man van 1.90, dezelfde man als die Noorwegen in de cel zat met een lengte van 1.60. En net hoorde we van de persofficier dat de man die bij Gerrit Veldman in de cel zat geen Ali H. heet en een totaal en een totaal andere persoon is dan degene die ze in Turkije hebben aangehouden. Snapt u het nog?

Wat wij snappen is dat Mous zich hier gigantisch klem lult. Verstrikt raakt in zijn eigen web van leugens. De in oktober ’99 opgepakte man in Turkije zou volgens Mous dezelfde man zijn die twee maanden eerder bij Gerrit in de Noorse cel zat. Duh? Terwijl Mous eerder nog beweerde dat dit niet de gezochte Ali H. was en tijdens de moord op Marianne vastzat. Maar is deze kleine Noorse Ali dezelfde man geworden als de lange Turkse Ali, die niet vastzat tijdens de moord op Marianne. In de sprookjeswereld van Mous is alles mogelijk.  

Let wel: Gerrit Veldman heeft later zijn celgenoot Ali herkend op de foto van de echte Ali, de Ali die op zaterdag 1 mei 1999 niet meer is teruggekomen in het AZC en dus niet de Ali die door SBS6 (lees: het OM) als de echte Ali werd opgevoerd. Die nep-Ali heeft niet bij Gerrit in Noorwegen in een cel gezeten. 

Interviewer vraagt aan politiepsycholoog Harrie Timmerman: Nu zijn er van het OM de afgelopen maand veel tegenstrijdige verklaringen gekomen. Het ene moment zeggen ze dit, het ander moment zeggen ze dat. Wat zegt dat?

Harrie Timmerman: Nou, dat noemen we paniekvoetbal. Men is zo overtuigd van het eigen gelijk dat wanneer zou wordt aangetoond dat dat niet zo is, dat men helemaal verstard en dan worden allerlei redeneringen bedacht waarom dat dan zo zou zijn.

Lees leugens in plaats van redeneringen.

Interviewer: Hoe betrouwbaar is de informatie van het OM dan nog?

Harrie Timmerman: In dit soort situaties is het uiterst onbetrouwbaar.

Bauke Vaastra: Er zijn zoveel dingen verteld die niet waar waren. Noem maar op! Op een gegeven moment begin je zo’n anti-gevoel te krijgen. En dan zeggen ze : Je moet ons vertrouwen! Vertrouwen moet je verdienen! En dat verdien je niet door ons leugens te vertellen en dergelijke.

Henk Mous: Als het zo zijn , en wij hebben op dit moment geen reden om daaraan te twijfelen, dat er nog een tweede Ali zou zijn, en dat er ook niet van de juiste Ali vingerafdrukken en DNA is  afgenomen, dan gaan we daarmee aan de slag. En ik kan u aangeven dat we daarmee al aan de slag zijn.

Inderdaad: Er werd al hard gewerkt aan het dikke leugenrapport “Onderzoek Ali H.” zoals het OM dat, in een ultieme poging om met een mega-leugen en nog groter bedrog de schade te beperken, op haar eigen website met veel aplomb publiceert. In dat rapport wordt overigens gesteld dat de Turkse Ali en de Noorse Ali wel weer twee verschillende personen zijn. In tegenspraak dus met wat Mous eerder stelde.

Interviewer vraagt aan Harrie Timmerman: Nu gaan ze wel opnieuw onderzoek doen, maar ze zeggen: We zijn ervan overtuigd dat we de goeie hebben gepakt. Wat zegt dat over de betrouwbaarheid van het onderzoek dat ze gaan doen?

Harrie Timmerman: Ja dat is geen goede insteek. Dat komt door die houding die man heeft van: Ik weet alles al! Wat je daartegen kunt doen is zeggen: We gaan nu een nieuw team maken die dit aspect van de zaak tot op de bodem gaat uitzoeken.

VO: En zo zijn we weer teurg bij het begin: Een Ali die opgepakt is in Turkije, die de dader niet is, en een Ali uit Kollum. Nog steeds spoorloos.

Bauke Vaatstra: Om met zo’n justitie samen te werken, terwijl ze al acht jaar weten dat het hem niet is, daar kan je niet mee samenwerken. Dan zullen we het wel zelf moeten doen.

Uitzending 8 maart 2010 (slotstuk) met belangrijke verhandeling (Van Koppen en prof Derksen) over DNA-onzin



Presentator: Zo meteen in onze uitzending: DNA. Nieuwe inzichten over DNA in de zaak Vaatstra.  Goedenavond! Er rijzen steeds meer twijfels rond het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. Afgelopen weken liet Eén vandaag al zien dat Justitie volgens getuigen het vizier op de verkeerde verdachte heeft gericht. Vandaag staat wederom een belangrijke conclusie van het Openbaar Ministerie ter discussie.   Uit het DNA onderzoek zou volgens het Openbaar Ministerie zijn gebleken dat de dader een West Europese blanke man is. Uit onderzoek van Eén vandaag blijkt nu dat deze bewering geen stand houdt.

Voice over: Wie vermoorde Marianne Vaatstra? Elf jaar geleden werd ze gewurgd en verkracht teruggevonden in een weiland, haar keel doorgesneden. Het enige spoor naar de dader: DNA resten op haar lichaam. Op basis van dat DNA trok Justitie toen één conclusie: Het kan alleen maar een blanke West Europeaan zijn geweest. Nu blijkt dat helemaal niet zo zeker.

Professor Peter van Koppen: De nationaliteit, waar mensen vandaan komen en hun genotype, dat loopt allemaal door elkaar heen. Dus je kan nooit op basis van dit DNA onderzoek zeggen: Wij gaan alleen maar onderzoek doen naar een Nederlander.

Voice over: Het Openbaar Ministerie heeft verkeerde conclusies getrokken uit het DNA onderzoek. De moordenaar van Marianne hoeft niet per se een West Europeaan te zijn. En dat kan in deze moordzaak cruciaal zijn. Want vanaf het begin wijzen veel getuigen naar een nabijgelegen asielzoekerscentrum. Naar een Irakees: 

Professor Ton Derksen: Men ging ervan uit dat asielzoekers geen West Europese genen zouden hebben. Dat is een vooronderstelling die blijkt niet te kloppen. Misschien is het wel redelijk om dat te denken maar in zo’n belangrijke zaak moet je natuurlijk heel voorzichtig zijn en ook rekening met de mogelijkheid houden dat er op één of andere manier gewoon Westerse genen zijn ingeslopen.
Voice over: Terug naar 1999: Medewerkers van het asielzoekerscentrum vertellen de politie dat één bewoner spoorloos is verdwenen. Deze asielzoeker komt ook terug in andere getuigenverklaringen. Eerder in een disco zou hij met een vriend Marianne hebben bedreigd met keeldoorsnijdende bewegingen. De getuigen spreken over een kleine, gedrongen Ali.  Justitie gaat op zoek en houdt ook een Ali aan. Maar deze Ali is slank, lang en getuigen kennen hem niet. Wanneer zijn DNA niet overeenkomt met dat van de dader, is voor Justitie de kous af. Er wordt niet meer gezocht naar een asielzoeker want dat DNA is toch van een Europeaan. Een fout volgens kenners, want zoiets kun je nooit met zekerheid zeggen.

Professor Van Koppen: Je kan zeggen: De kans is iets groter dat het iemand uit Noord Afrika is dan iemand uit West Europa. Of de kans is iest groter dat het iemand uit Ijsland is dan iemand uit Engeland. Het is een hele onverstandige keuze om te zeggen: Het DNA laat zien dat het iemand uit West Europa is, dus we doen alleen maar onderzoek naar een West Europeaan. Heel onverstandig.
Voice over: Hoogleraar Peter van Koppen is niet de enige die vindt dat Justitie te kort door de bocht is gegaan. Ook het Nederlands Forensisch Instituut dat zelf het onderzoek heeft gedaan, geeft een belangrijke nuance: “Er moet altijd rekening worden gehoudn met de mogelijkheid dat iemand met een West Europees DNA profiel niet per se in West europa geboren hoeft te zijn. Hij hoeft niet per se blank te zijn.”

Professor Ton Derksen: DNA is een heel indrukwekkend middel, maar juist daardoor wordt het overschat.  Mensen spreken vaak van een kans van 1 op de miljard dat je ernaast zit. Dat kun je dus verwaarlozen. Maar kijk je naar de feitelijk situatie dan zie je iets totaal anders. Een tijd geleden heeft het NFI-gegevens geopenbaard. Daar bleek in 6000 gevallen dat ze succes hadden gehad, maar blijkt in 30 gevallen dat de politie toch iets anders denkt. In dat geval zit je dus niet op 1 op de miljard maar een foutenkans van 1 op de tweehonderd

Voice over: Conclusie: Niets is uitgesloten. De kleine gedrongen Ali die zo mysterieus verdween na de moord op Marianne, zou dus best de dader kunnen zijn. Maar zoals u dit weekend bij Eén vandaag kon zien is Justitie tot vorige week nooit naar hem op zoek gegaan. Hoe logisch dat ook leek.

Professor Ton Derksen: Je ziet dat ontlastend materiaal gewoon terzijde geschoven wordt. Wanneer er veel getuigen zijn die zeggen dat de persoon die zij kennen, niet de persoon is waar het Openbaar Ministerie het over heeft, dan zou op dat moment het Openbaar Ministerie toch moeten zeggen: Hier klopt iets niet! En op één of ander manier dringt dat dan toch niet door. Dat is het bekende verschijnsel. Als een signalement lijkt, dan is het mooi, maar als het niet lijkt dan wordt er geen consequentie uit getrokken.

Professor Van Koppen: Er is een aantal getuigen dat het OM tegenspreekt. Ze houde stug vol: Er zijn geen fouten gemaakt. Dan zou ik zeggen: Moi, misschien hebben we een fout gemaakt. We denken van niet, maar laten we het even serieus en goed onderzoeken. Dat is toch een nette manier van handelen?

Voice over: De brute moord op Marianne Vaatstra veroorzaakte veel onrust in Noord Oost Friesland. Nog steeds zit men met de vraag: Wie heeft dit op zijn geweten? Een cold case team van twee mensen heeft nog geen begin van een oplossing.

Professor Van Koppen: Nou ja, er is helemaal geen cold case team. U heeft het steeds over een cold case team, maar er zijn twee mannen die in hun vrije tijd af en toe naar deze zaak kijken. Dat wordt in Friesland een cold case team genoemd. Wij in het Westen noemen dat geen cold case team.



http://www.hetverbodendagboek.nl of direct on line  via de beste en grootste boekensite van Nederland: BOL.com

Natuurlijk kunt u uw bestelling ook doen bij de reguliere boekhandel bij u in de buurt of via boekensites als AKO,  CosmoxNRC luxBlz. ,Libris, Paagman , etc. 

woensdag 26 februari 2014

Tijdlijn rond de moord op Marianne Vaatstra

 
Omdat ik in de zaak van Marianne Vaatstra ben gedoken, deel ik hier een artikel welke ik van belang acht. Het artikel stond origineel hier, onder de titel:
"Tijdlijn rond de moord op Marianne Vaatstra - En de leugens van het openbaar ministerie en van Peter R. de Vries."

Door André Vergeer

Een leugen kun je niet 3 keer gelijk vertellen, maar de waarheid wel”. Dit zijn de letterlijke bewoordingen die Maaike Terpstra (moeder van Marianne) in haar dagboek gebruikte om haar misnoegen uit te drukken over de wijze waarop de familie Vaatstra in al die jaren was belazerd. Welgeteld zou zij vervolgens nog eens 23 keer het woord ‘leugen’ in haar dagboek gebruiken.

Complot
De definitie van een complot, volgens Wikipedia luidt: Een samenzwering of complot is een geheime afspraak tussen een aantal personen om iets wat illegaal is te ondernemen tegen een andere persoon of groep.”

Eveneens volgens Wikipedia: Een complottheorie is een verklarende stelling waarbij een persoon, groep of organisatie ervan beschuldigd wordt een gebeurtenis te hebben veroorzaakt met grote sociale, politieke of economische impact.

Aan ons ‘complotters’ dus de taak om de stelling van Maaike Terpstra te onderbouwen om meer dan aannemelijk te maken dat er in het onderzoek naar de moord op Marianne bij voortduring is gelogen. In de afgelopen jaren hebben wij, gebaseerd op openbare bronnen, getuigenverklaringen en officiële verklaringen van justitie, in tal van publicaties al aangetoond dat Maaike gelijk had. En, om maar met de conclusie te beginnen, zo blijkt dat er twee verdachte asielzoekers zijn weggesluisd, dat er vanaf dag één toe geredeneerd is naar een één-dadermoord en dat cruciale verklaringen zijn verdwenen of achtergehouden (in dit artikel zult u daar nog een frappant voorbeeld van aantreffen). Daarbij zijn de aanwijzingen van twee of meer daders consequent veronachtzaamd en niet-bestaande aanwijzingen van één dader zelfs aantoonbaar gecreëerd. Zo is inmiddels o.a. ook bewezen dat justitie, in strijd met de uitzending van Peter R. deVries, heeft gelogen over “de plas bloed” in het weiland, over “de voetsporen van Marianne en haar dader”, over “de fiets van de dader” en “dat Marianne door haar vrienden op de fiets zou zijn weggebracht”.

Nu Jasper Steringa in april 2013 is veroordeeld voor de moord op Marianne is het voor ons dus ook mogelijk om de verschillen te duiden tussen de leugens van het 3D-team (via Peter R. de Vries vorig jaar mei) en justitie, zoals die in maart aan de rechter zijn voorgehouden. De tijdlijn van onze getuigen en de verschillen tussen die van het 3D-team en justitie is daarvan het meest in het oog springend.

Tijdlijn
Ik wijs de lezer er vooral op dat de tijdlijn van ‘onze’ getuigen veel consistenter is dan die van justitie. Voor de leesbaarheid laat ik een deel van de teksten achterwege die later alsnog kunnen worden getoond, mocht dat nodig zijn. Dit maakt het uiterst ongeloofwaardig dat Jasper de dader zou zijn.
 
Uit het Rapport van het Openbaar ministerie van januari 2011: Die middag: “Via de voice-over krijgt de kijker van EenVandaag te horen dat Ali Hussein Hassan volgens de vriendin van Marianne op Koninginnedag gezien is in Kollum. De politie zoekt in 2010 ook haar op. [….] Zij herkent enkele citaten die het programma in beeld brengt wel als haar eigen opmerkingen. ,,Ik heb gezegd wat ik in het verleden ook heb gezegd en daar blijf ik dus bij”.

Dit gaat over Aafke K., de beste vriendin van Marianne. Zij en een aantal medewerkers van het toenmalige AZC wordt door Justitie verweten dat zij het verschil niet zien tussen een pafferige, korte asielzoeker van 1,65 m. en een boomlange (verkeerde) asielzoeker uit Istanbul. Dáár zijn alle leugens mee begonnen.

Verklaring Geke H: 18:30 uur: “Op Koninginnedag 30 april 1999, omstreeks 18.30 uur ben ik naar ’t Filtsje (toen SaSa geheten), gegaan in Kollum. Daar kwam ik Spencer Sletering voor de eerste keer tegen die avond. Ik kende hem toen nog niet maar hij maakte op dat moment ruzie met één of twee asielzoekers. Ook was daarbij aanwezig Stephanie van Reemst en zij hing zo’n beetje tegen de eerste asielzoeker aan. Later bleek op foto’s dat dit Feik Mustafa was. Deze Feik zei tegen Spencer Sletering het volgende: “We pakken jouw vriendin vanavond wel”. Ik heb daar in eerste instantie geen aandacht aan besteed omdat ik niet wist wie of wat hij precies bedoelde”. [….]

19:00 uur: “Omstreeks 19.00 uur kwam ik weer thuis en zag eerder genoemde asielzoekers voor mijn huis staan. Eén van hen (Feik Mustafa) zat op zijn hurken en was bezig om aan de twee fietsen te prutsen die voor mijn huis tegen het hek stonden. Daar was opnieuw Stephanie van Reemst bij aanwezig. Aan de overkant van de straat stond (naar mij later bleek) het donkere meisje Tineke Visser en de tweede asielzoeker. Opnieuw heb ik daar toen geen aandacht aan besteed omdat ik niet wist van wie die fietsen waren”.

21:00 uur: Volgens Opsporing Verzocht van 4 mei 1999 is Marianne omstreeks dit tijdstijd in de Paradiso aangekomen. Spencer zou later verklaren dat hij pas om 23:00 uur een afspraak met haar had.

23:00 uur: Marianne wordt door haar broer Johan met de auto naar Kollum gebracht na die avond nog gewerkt te hebben in de supermarkt (de Poi-Mar), bevestigd door haar vriend Spencer.

24:00 uur: Vraag van de ouders van Marianne, direct na haar vondst, aan Spencer en Wietze:  “Hoe laat zijn jullie gisteren vertrokken uit de Paradiso?”. Spencer: “Ongeveer twaalf uur”. En: “Waar hebben jullie haar voor het laatst gezien?”. Spencer: “Bij het tunneltje”. [niet De Swadde aan de Jeltingalaan dus!] “Afie vroeg nog: ‘Waar zijn jullie uit elkaar gegaan’. Spencer antwoordde: ‘Bij het tunneltje’. Vreemd dat hij dan in een andere richting zocht. Richting A.Z.C”.

Verklaring Tettje V: 24:00 uur: “Op Koninginnedag 30 april 1999 had ik dienst in het Filtsje/SaSa te Kollum van ‘s morgens 10.00 uur tot ‘s avonds 24.00 uur. Ik kan mij herinneren dat Marianne Vaatstra die avond net voor 24.00 uur nog in het Filtsje [voorheen SaSa] was, samen met een paar blanke jongemannen en nog 1 of 2 meisjes. Daar was in ieder geval ook Stephanie van Reemst bij aanwezig en 2 aan mij bekende asielzoekers. Die asielzoekers had ik ook wel vaker gezien. Van aan mij getoonde foto’s herken ik hen als Ali. H. Hassan en Feik Mustafa. Verder was er rond datzelfde tijdstip (24.00 uur) een Duitser aanwezig, Ludger Dill, en Spencer Sletering (de vriend van Marianne) samen met nog een jongen die ik niet kende. [….]

Diezelfde jongemannen, de asielzoekers en het meisje (zonder Marianne) heb ik aan het begin van de avond ook gezien in het Filtsje en ook daarbuiten want toen hadden zij onderling ruzie en ik heb samen met Anja [bazin SaSa] toen de boel wat gesust. Toen zijn ze naar binnen gegaan en over en weer waren ze nog wel wat aan het mopperen, maar tot vechten is het niet meer gekomen. Hierbij waren Tineke Visser en Stephanie van Reemst ook aanwezig”. [….]

“Ook heb ik later aan een politieagent verteld die bij ons in het Filtsje kwam om vragen te stellen i.v.m. de moord op Marianne, dat Marianne net voor twaalf uur nog met anderen aanwezig was geweest in het Filtsje. Maar ik heb er nooit meer iets over gehoord”. [….] “Ik ken de moeder van Stephanie van Reemst en haar dochter persoonlijk en ook de moeder van Tineke Visser. Tineke heeft een donkere huidskleur. De personen Spencer en de twee asielzoekers heb ik ook al meermalen gezien voor het gebeurde op 30 april 1999. Mijn verklaring heb ik afgelegd bij de politie op of omstreeks begin mei 1999 in onze zaak”.

Verklaring Geke H: 00:30 uur: “Omstreeks 00.30 uur van de volgende morgen, 1 mei, hoorde ik vanuit mijn bed enig rumoer op straat. Vanuit mijn bovenraam zag ik Marianne Vaatstra staan bij die twee dezelfde fietsen aan het hek aan de voorkant. In haar aanwezigheid was opnieuw Stephanie van Reemst. Marianne vloekte en riep: “Alle vier de ventielen zijn uit die fietsen” of woorden van gelijke strekking. Daarbij lachte zij alsof zij daar enig plezier om had. Op dat moment reed er een grote stationcar voorbij waarin ik de Duitser Ludger Dill herkende. Hij bukte zich en keek nadrukkelijk naar Marianne en Stephanie maar reed vervolgens door. Nadat ik mij net had omgedraaid en weer in bed was gestapt hoorde ik binnen een minuut (hooguit twee minuten), een luide gil, een geluid of er een autoportier werd dichtgegooid en een auto die hard wegscheurde. Daar heb ik ook verder geen aandacht aan besteed omdat het uitgaansavond in Kollum was”.

00:30 uur: Verry Brouwer, in de uitzending uit 2003 van Peter R. de Vries (v.a. 01.40 min): “Ik zag, samen met mijn toenmalige vriendin Tineke de H., rond 00:30 uur Spencer en een andere jongen (die ik niet kende) staan prutsen aan een fiets die om een paal lag. Dit was aan de rand van Kollum, bij de tennisvelden; daar was geen Marianne bij in ieder geval. Ik heb Spencer nog gegroet en hij groette mij terug “. Verklaring Verry Brouwer bij Peter R. de Vries, zie:  http://www.youtube.com/watch?v=9AwqIDGN47c&feature=relmfu

00:45 uur: Uit de verklaring van mevr. D.D., de moeder van Verry Brouwer: “Op zaterdagmorgen 1 mei 1999 ben ik naar de manege geweest met mijn kleinkind. Op de manege heb ik toen gehoord dat er een meisje was vermoord en dat de Paradiso daar mee te maken had. Op de terugweg kwam ik over de rotonde van de Lauwersmeerweg en de kruising met de Keningswei. Daar was de weg afgezet met linten” [….] “Thuis gekomen, ik stond nog in het klompenhok, vroeg ik aan mijn zoon Verry Brouwer of hij iets van de moord had gehoord. “Nee”, zei hij. “Hoe laat waren jullie gisteren thuis?” [in Buitenpost]. “Ongeveer 00.45 uur. Wij zijn gisteren nog in de Paradiso geweest”. Ik vroeg hem “heb je dan Marianne ook gezien in de Paradiso”? “Nee” zei hij, “Marianne niet, maar we hebben Spencer wel gezien. Hij stond om ongeveer 00.30 uur bij de tennisvelden langs de Trekweg buiten Kollum samen met een jongen die ik niet kende. We hebben Marianne daar niet bij gezien”. […]

“Zelf heb ik daar, na telefonisch contact, op woensdag 5 mei 1999 nog een verklaring over afgelegd op het politiebureau Buitenpost. Het heeft mij vreemd genoeg nogal moeite gekost om de politie er van te overtuigen dat onze verklaring van belang kon zijn. Mijn zoon Verry en zijn toenmalige vriendin Tinie hebben die dag daarna, 6 mei 1999, een verklaring afgelegd bij de politie. Er is voor zover mij bekend geen verklaring op papier gezet. Ik heb in ieder geval geen handtekening hoeven te zetten”. Verklaring mevr. D. D.

Merk op dat de – onafhankelijk van elkaar afgelegde – verklaringen uit ’99 jaren en tegenover ons nog naadloos aansluiten op de tijdlijn en zelfs op hun mogelijke reis- en vertrektijden. Dit, in navrante tegenstelling met de ‘reconstructie’ van justitie bij Peter R. de Vries.

00:45 uur: 1e waarneming van een oude BMW op de Keningswei, t.h.v. het Veenkloosterbos waarin 3 personen die mogelijk ruzie maakten. Bij de 2e waarneming, minimaal 10 – 15 minuten later, waren nog 2 personen zichtbaar. Bij de 3e waarneming, weer ca. 20-30 minuten later (dus omstreeks 01:30 uur), werd die BMW weer gespot langs de Lauwersmeerweg t.h.v. het zwembad.

00:45 uur: Uit de ‘reconstructie’ van Peter R. (van het 3D-team dus): “Ze vertrekken om ongeveer 00:45 uit Kollum. Om 01:45 uur neemt zij,[Marianne] t.h.v. De Swadde, afscheid van haar twee vrienden”.

01:00 uur: “Om ongeveer 01:00 vertrokken wij uit de Paradiso. Marianne liep zo’n beetje achter ons aan” [….] “Telkens vertelde ik hetzelfde verhaal”. Verklaring Spencer Sletering in Panorama en in de Leeuwarder Courant.

01:30 uur Op 4 mei 1999 (3 dagen na de moord) meldt Nelleke van der Krogt in het programma Opsporing Verzocht “dat de vrienden van 9.00 uur tot half twee in de Paradiso hebben verbleven”.

Merk op dat Spencer/justitie dus vier tijdstippen noemt (24:00, 00;45, 01:00 en 01:30) van hun vertrek uit de Paradiso. Merkwaardig genoeg sluit zijn eerste verklaring (twaalf uur) echter naadloos aan, aan de verklaringen van derden tegenover ons. Justitie (het 3D-team en dus ook Peter R.) gaan daarna nog eens ‘goochelen’ met die tijd van afscheid bij De Swadde, zie verder in de tijdlijn:
Verklaring Geke H: 01:30 uur: “Ongeveer een uur later, omstreeks 01.30 uur werd ik weer wakker van rumoer, nu aan de achterzijde van mijn woning. Daar zag ik vanuit mijn bovenraam twee jongens op het zgn. ‘Raboplein’ lopen met fietsen waarvan de banden lek waren. De langste van de twee, dit bleek opnieuw Spencer Sletering, riep: ”Zinloos geweld”, of woorden van deze strekking. De slanke jongen schopte zijn fiets over het plein, de onderdelen van de fiets vlogen alle kanten op. Hij was dezelfde jongen [Spencer] die ik eerder op de avond in ‘t Filtsje was tegengekomen. Hij vloekte zeer luid en schreeuwde enkele termen. Hij tilde de fiets boven zijn hoofd en wierp hem op een afzettingspaaltje. De andere jongen, wat steviger van postuur, liep daarbij met de fiets aan de hand. Aan het lopen kon ik zien dat de jongens gedronken hadden”. [….]

Op het plein stond ook een groene tweedeursauto (later bleek dat een Citroën Saxo) waar een kleine, blonde slanke vrouw, met het haar in boblijn geknipt, stond te wachten op die jongens. Dit bleek later de moeder te zijn van Spencer. De kleinste van de twee stapte achterin, de langste voorin en de moeder reed met hen weg”. [….]

Toen ik mij later realiseerde dat dit niet kon kloppen met het verhaal van Spencer tegenover de politie (“wij hebben Marianne weggebracht op de fiets”) ben ik op zoek gegaan naar het adres van zijn moeder, haar auto en naar Spencer. En op het adres van Spencer heb ik dat alles voor 100% positief bevestigd gekregen. De moeder van Spencer droeg nog hetzelfde kapsel en stond zelfs net zo van het ene op het andere been te wiebelen als die nacht op het Raboplein. Achteraf bleek de groene Saxo van de vader van Spencer te zijn”. [….]

Mijn man heeft die morgen rond 08.30 uur nog vastgesteld dat die fietsen met lekke banden aanwezig waren op het Raboplein. Ook van een politieagente heb ik een bevestiging gekregen dat er op die dag twee fietsen met lekke banden op het Raboplein zijn gezien. Rond 13.30 uur die dag waren de fietsen niet meer aanwezig”.

01:30 uur: Uit de verklaring van mevr. D.D., de moeder van Verry Brouwer: “Wat mij zeer vreemd overkwam is het volgende. Van Spencer Sletering en zijn vriend Wietze is bekend dat zij die nacht rond 01.30 uur nog aangegaan zijn bij “De Pyramide”, een shoarma zaak in Buitenpost. Mijn zoon Verry heeft daar in die tijd de zaak helpen opknappen in de avonduren. Van mijn zoon Verry hoorde ik regelmatig dat de vader van Spencer, Dick Sletering, daar een aantal weken achter elkaar, elke avond ook aanwezig was. Van de eigenaar, Mohammed, heb ik begrepen dat deze man er nooit eerder was geweest, en na die twee weken ook nooit meer terug is geweest. Ik heb het gevoel dat Dick Sletering van Verry wilde weten wat hij die nacht had gezien maar hij heeft het hem nooit gevraagd”.   Verklaring mevr. D. D.

01:30 uur: Uit het verslag van de strafzitting tegen Jasper Steringa van 28 maart jl. (Saskia Belleman van de Leeuwarder Courant): “Hij sliep al meerdere nachten beneden om zijn vrouw niet wakker te maken. “Ik legde me te rusten. Ongeveer half 2 liep wekker af.” [….] “Ging eerst rusten. Half twee, kwart voor twee ging wekker. Ging naar stal. ,,pin mij niet vast op tijdstippen.” Verslag Saskia Belleman, LC van 28 maart jl.

Op het moment dat de wekker afging in Oudwoude, zou Spencer dus al in de shoarmazaak in Buitenpost zitten en dan zou Marianne al ruim voorbij Veenklooster moeten zijn gefietst.

01:30 uur: Uit een eerdere verklaring: “Na mijn ouders thuis te hebben gebracht zijn mijn dochter en ik weer huiswaarts gegaan en kwamen wij ter hoogte van afslag zwembad het paradyske deze zelfde BMW weer tegen. Nu stond deze in de berm als ware wachtende op iemand”. 

01:35 uur – 1:40 uur: Uit een andere verklaring: ““Na de rotonde halfrond te hebben genomen ben ik de Keningswei opgereden. Omdat dit een donkere weg is bij nacht deed ik mijn groot licht aan. Hier zag ik plots een schim van een mens wegduiken het struikgewas in. Ik weet zeker dat dit om een menspersoon gaat en niet om een hert of koe of wat de politie mij later ook maar wilde aanpraten”.

01:45 uur: Uit de ‘reconstructie’ van Peter R. de Vries van 20 mei 2012:  “Maar hoe komt die [aansteker] dan in Marianne’s tas? Heeft Marianne haar moordenaar eerder ontmoet?” [….] “Heeft iemand de moordenaar dan onderweg mogelijk gezien? Om antwoord te geven op die vraag brengt het 3-D-team alle verkeersbewegingen in kaart“. [….]
Om 01.45 uur neemt Marianne afscheid van haar vrienden, bij de Swadde”. http://www.youtube.com/watch?v=Mj7tmKCv0rQ

01:55 uur: Uit het requisitoir van het OM (mr. Henk Mous) van 28/29 maart jl.: “Aanvang fietstocht
Vanuit Paradiso fietsen Wietse en Spencer met Marianne achterop naar Buitenpost waar een zwarte herenfiets wordt meegenomen; het slot wordt opengemaakt door de fiets te laten stuiteren. Dat Marianne zelf een fiets wil, is niet gek want beide jongens zijn al behoorlijk op na een hele dag alcohol drinken en feestvieren. De band loopt steeds leeg en het fietsen zal niet echt snel gegaan zijn gedurende de 5,2 km vanaf Kollum. In Kollum hebben ze nog even staan wachten bij een bankje.

Omstreeks 01.50 uur komen ze aan bij de sportterreinen De Swadde aan de Jeltingalaan in Buitenpost (p.107). [….] “Marianne vertrekt omstreeks 01.55 uur op de fiets zonder verlichting en gaat over het fietspad richting de tunnel”. Requisitoir OM 28/29 maart 2013.

Het vergt geen grote fantasie waarom het OM er nog eens stiekem 10 minuten ‘bij gesmokkeld’ heeft bij het afscheid van Marianne van haar vrienden, tegen het rapport van het 3D-Team in. Als Jasper Steringa, in Oudwoude om 01.30 – 01.45 uur de wekker had gezet om bij zijn kalvende koe te gaan kijken, zijn fiets toen nog moest pakken, dan kon hij maximaal pas om 02.00 uur of zelfs veel later op de Jeltingalaan in Buitenpost zijn aangekomen (4 km. fietsen). Toen was Spencer al ruim weg uit de ‘Pyramide’ waar hij nog een glaasje limonade had gedronken. En had Marianne al hoog en droog in Zwaagwesteinde gezeten. Jasper Steringa heeft ook nooit verklaard dat hij in de berm verscholen zou hebben gezeten. Sterker, hij zou snel achter Marianne zijn aangefietst om haar staande te houden.
En dan hebben we het nog niet gehad over het bezoek van de vrienden van Marianne (rond 01:30 uur) aan het Raboplein in Kollum waar zij werden opgehaald door hun moeder en direct naar Buitenpost zijn gereden. Met achterlating van hun lekke fietsen. Dus, zoals gemeld in het requisitoir:
Als Marianne een minuut later was weggefietst, was zij de verdachte niet tegengekomen. Als, als, als…”.

Wat echter, als Marianne al veel eerder was ontvoerd? En dan nog wel de meest frappante opmerkingen in het requisitoir:
Dat Marianne zelf een fiets wil, is niet gek want beide jongens zijn al behoorlijk op na een hele dag alcohol drinken en feestvieren. De band loopt steeds leeg en het fietsen zal niet echt snel gegaan zijn gedurende de 5,2 km vanaf Kollum. In Kollum hebben ze nog even staan wachten bij een bankje”.
Als dit geen armetierige poging is van het OM om die lekke banden achteraf te verklaren, dan weten wij het niet meer. Temeer, omdat Spencer en Wietze dit excuus nooit hebben gebruikt tegenover de ouders van Marianne of in de media (“telkens vertelde ik hetzelfde verhaal”). Alleen al uit het nu toegevoegde element van de lekke band, blijkt reeds dat Spencer niet telkens “hetzelfde verhaal” heeft verteld. En ook de melding van dat bankje in Kollum kan slechts bedoeld zijn om de verklaring van Verry Brouwer te ontkrachten: ”Dit was aan de rand van Kollum, bij de tennisvelden; daar was geen Marianne bij in ieder geval. Ik heb Spencer nog gegroet en hij groette mij terug”.

Na de moord
Volgens OvJ. mr. M. Severein tegenover de LC. en tegenover de ouders van Marianne lag er een verklaring bij justitie dat in die nacht na de moord twee donkere mannen zijn gezien in de berm van de Keningswei.

In de Leeuwarder Courant van 2 september 1999 wordt dit door mr. Severein nog eens bevestigd: ”Getuigen zouden twee donkere mannen hebben zien wegduiken in de berm van de Kenigswei, vlak na de moord en vlak bij de plek waar het meisje was gevonden. (OvJ) Severein bevestigt de verklaring, maar de getuigen konden geen bruikbaar signalement geven“. http://tinyurl.com/bnseq4g

In de uitzending van Peter R. de Vries echter, wordt dit weer expliciet ontkend (vanaf minuut 29:00): “En, ook niet onbelangrijk, er zijn die avond ook helemaal geen meldingen van incidenten of van mensen die iemand in de buurt bij de plaats delict hebben zien staan”. http://www.youtube.com/watch?v=Mj7tmKCv0rQ

Uit het requisitoir van het OM van 28 februari 2013 (letterlijke tekst): “Met nieuwe techniek zoals het programma Dynacap zijn alle verkeersbewegingen gedigitaliseerd en gevisualiseerd waarbij rekening is gehouden met de verschillende snelheden van fiets, auto of brommer. Dit toont aan dat in de erg drukke Koninginnenacht van 00.00 tot 04.00 uur bijna 80 personen op een of andere manier langs de Keningswei zijn gegaan maar dat in de tijdsperiode na 01.40 uur vrijwel GEEN getuigen langs zijn geweest”.
 
Na bovenstaande blijkt dus dat dit is gebaseerd op aperte leugens en dat er wel degelijk meerdere personen hebben gemeld dat zij personen, rond het tijdstip van de moord, op de Keningswei waren tegengekomen. Zo waren er het broertje en zusje S. die waren ingehaald door een “Afghaan” die voorbij fietste of de duivel hem op de hielen zat. Twee personen hebben gemeld dat er een persoon wegdook in de berm en/of dat er een oud model BMW tot driemaal toe was gesignaleerd (twee keer aan de Keningswei en één keer aan de Lauwersmeerweg, t.h.v. het zwembad). Daarnaast zijn wij in het bezit van de notitie van een rechercheur (Wiltje Bakker), die hij per abuis op het AZC had achtergelaten met de signalementen van twee (een lange en een korte) asielzoekers, ook op de fiets tussen Veenklooster en Buitenpost. Officier van Justitie mr. Ten Cate maakte het vervolgens wel heel erg bont. De hierboven door mr. Severein in de LC zelfs nog bevestigde verklaring over twee donkere mannen die wegdoken in de berm, werd door Ten Cate alsnog weersproken.  

Conclusie
Wij kunnen nu, op basis van voorgaande, en ondersteund door tal van aangetoonde bronnen inmiddels met zekerheid bewijzen dat justitie leugens nodig heeft gehad om Jasper Steringa veroordeeld te krijgen. Maaike Terpstra heeft dus gelijk in haar dagboek met haar 24 leugens. Alle aanwijzingen, dat er waarschijnlijk méér verdachten bij de moord betrokken waren (mogelijk ook asielzoekers) zijn bewust of onbewust genegeerd of zelfs compleet uit het strafdossier verdwenen. De tijdlijn is aan de ‘werkelijkheid’ aangepast en de ‘gevonden’ technische sporen zijn pas jaren later gecreëerd. En, toen getuigen mogelijk roet in het eten dreigden te strooien, zijn zij niet alleen geïntimideerd maar zelfs letterlijk bedreigd.

Natuurlijk kan een slecht onderzoek uiteindelijk (per ongeluk) nog tot een goed resultaat leiden. Maar datzelfde werd ook ooit gezegd van o.a. de zaak Ina Post, Lucia de Berk, de Schiedammer parkmoord, de balpenmoord, de zaak van de Zes van Breda, en van de Deventer- en van de Puttense moordzaak. Al deze zaken zijn echter uiteindelijk bij de Hoge Raad beland. Ondanks de ‘bereidwillige hulp’ van Peter R. de Vries….

Tot slot
Het probleem van ‘complotters’ is nogal eens dat zij (deels) gelijk hebben. Zodra de overheid/justitie of achterban hen echter denkt te moeten bestrijden met intimidaties, bedreigingen, uitgebreide en vooral éénzijdige media-campagnes, leugenachtige boeken, wanstaltige prijzen aan betrokkenen en uitnodigingen bij feestelijkheden, consequente weglating van hun tegenspraak en zelfs regelrechte oproepen om deze ‘gekkies’ op te laten nemen in TBS-inrichtingen, zal haar geloofwaardigheid daarmee niet echt toenemen.

Sterker nog, door de bevindingen van ‘complotters’ consequent te negeren of zelfs compleet belachelijk te (laten) verklaren zonder één enkel antwoord op hun kritische vragen, laadt justitie immers de extra verdenking op zich dat er mogelijk tòch een grond van waarheid schuilt in hun ‘complottheorieën’. De wereld is immers ook niet altijd plat gebleven….

vrijdag 21 februari 2014

De onmogelijke bekentenis van Jasper S. (Marianne Vaatstra zaak)

 
Een artikel geschreven door Wim Dankbaar (van o.a. Rechtiskrom), en in 5 delen geplaatst op Boublog.nl, hier deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5. De artikelen heb ik integraal overgenomen en in 1 artikel geplaatst. De inleidingen/opmerkingen bij sommige delen zijn van Boublog en zijn mede overgenomen.

Deel 1:
Door Wim Dankbaar

Omdat ik vele vragen krijg hoe ik nu over de zaak denk, en ook verzoeken om excuses te maken omdat ik er naast zat, schrijf ik dit stuk. Het mag bekend zijn dat ik al jaren stel dat Marianne verkracht en vermoord is door de Irakese asielzoekers Feik Mustafa en Ali Hassan. Tevens mag bekend zijn dat ik stel, gesteund door onomstotelijk bewijs, dat deze twee asielzoekers in hetzelfde weekend van de moord heimelijk zijn weggesluisd door Justitie.

Deze stellingen worden echter volledig overschaduwd door de aanhouding en “bekentenis” van Jasper S. Het behoeft geen betoog dat als bovenstaande stellingen waar zijn, Justitie een enorm belang heeft om de stellingen in diskrediet te brengen, dan wel anderszins ongeloofwaardig te maken, waarbij geen middel geschuwd zal worden om dit te bereiken, zoals het vervalsen van DNA bewijs.

Vraagt u mij niet hoe Justitie erin geslaagd is om Jasper S. een gruwelijk misdrijf te laten bekennen dat hij niet heeft gepleegd. Ik weet het antwoord niet. Wel weet ik dat er drugs en methoden bestaan om iemand iets te laten geloven wat niet is gebeurd. In dit stuk zal ik trachten aan te tonen dat Jasper’s bekentenis, zoals die nu bekend is geworden uit de rechtszittingen, op zijn minst ongeloofwaardig is, in feite onmogelijk de waarheid kan zijn.

De onmogelijke tijdlijn

Gebaseerd op het verhaal van Spencer (de toenmalige vriend van Marianne) en diens vriend Wietze heeft het OM gereconstrueerd dat deze twee rond half twee ‘s nachts  afscheid hebben genomen van Marianne en dat zij kort daarna, tussen half twee en 2 uur, overleden moet zijn.  Spencer en Wietze verklaarden dat zij na het afscheid zijn teruggefietst naar Buitenpost waar zij voor twee uur aankwamen bij shoarmabar de Pyramide en nog een broodje hebben gegeten. Dit wordt bevestigd door eigenaar Mohammed van de Pyramide. Los van het feit dat er talloze bewijzen zijn dat het verhaal  van de gestolen fiets en het afscheid van Marianne ter hoogte van de sportvelden , gelogen is,  klopt de bekentenis van Jasper niet met de tijdlijn zoals die bekend is van Spencer en het OM. Spencer stelt aanvankelijk dat hij rond twaalf uur ‘s nachts met Marianne de discotheek Paradiso heeft verlaten. Dit tijdstip wordt bevestigd als “kort na middernacht” in het opsporingsbericht van de politie:

http://www.jfkmurdersolved.com/vaatstra/beloning.jpg

Aanvankelijk stelt hij tevens dat hij afscheid van Marianne heeft genomen ter hoogte van het tunneltje, een halve kilometer verder dan de sportvelden. Later verandert Spencer het tijdstip van vertrek uit Paradiso naar 1 uur ‘s nachts. De plek van het afscheid verandert hij naar de sportvelden.

Laten we nu eens kijken hoe deze tijdlijn al dan niet te rijmen is met het verhaal van Jasper. Jasper stelt dat er die nacht een koe moest kalven. Uit het rechtbankverslag:

‘Mijn vrouw is toen naar bed gegaan. Ik zou beneden slapen vanwege een koe die moest kalven.’

‘Ik ben eerst gaan slapen. Op een zeker moment, waarschijnlijk half twee, kwart voor twee , liep de wekker af en ben ik naar de stal gegaan’

‘Ik sta op en trek mijn werkkleren aan en ga naar de stal om polshoogte te nemen bij die bewuste koe. Daar was niets loos mee, dat duurde niet langer dan vijf minuten.’

‘Toen ben ik weer richting huis gelopen, met de intentie om de nacht voort te zetten. Ik heb toen echter mijn fiets gepakt en ben gaan fietsen.’

Allereerst valt op dat Jasper besluit te gaan fietsen, terwijl de koe nog steeds verwacht wordt te kalven. Als tijdstip hiervoor meldt het rechtbankverslag:

Het is inmiddels dus 1 mei, omstreeks 02.00 uur in de nacht.

Ondanks dat Jasper speciaal beneden is gaan slapen en de wekker heeft gezet om op tijd de koe te kalven, besluit hij voor onbepaalde tijd te gaan fietsen, buiten het bereik van de koe. Weliswaar is met de koe nog niets loos, maar dit kan uiteraard binnen een half uur veranderen. De vraag of de bewuste koe die nacht inderdaad gekalfd heeft en of Jasper daarbij is geweest, wordt ook niet beantwoord. Hoe het ook zij, het besluit van Jasper om te gaan fietsen is gezien de omstandigheden op zijn minst ongeloofwaardig te noemen. Nog ongeloofwaardiger is de tijdlijn die Jasper hanteert. Hij stelt nadrukkelijk dat hij later dan twee uur is gaan fietsen. Op dat tijdstip is Marianne volgens het OM reeds vermoord en zitten Spencer en Wietze in de Pyramide een broodje te eten. In het scenario van Jasper is Marianne dus een uur later vermoord dan in het scenario van Spencer en het OM.

Over de route zegt Jasper het volgende:

S. weet niet meer welke route hij heeft gefietst. ‘Geen idee, je kunt heel veel kanten op. Ik was in gedachten. Ik heb het niet in mij opgenomen.’

S zegt dat hij naar het oosten is gefietst, richting Kollum. ‘Daarna ben ik het kwijt.’

Deze beweringen zijn tegenspraak met wat Jasper even later zegt:

S. kwam Marianne tegen ter hoogte van de sportvelden. Vaatstra had ook geen licht op haar fiets. ‘Het zicht was niet bijster goed, want er staan redelijk grote bomen naast het fietspad. Die werpen aardig schaduw op de weg. Ik heb haar niet aan zien komen.’

Dat Marianne, die toch al bang was in het donker, ook geen licht op haar fiets had, laten we maar even buiten beschouwing.  Jasper weet dus wel dat zijn route hem langs de sportvelden “De Swadde” in Buitenpost heeft geleid. Hij is het dus helemaal niet kwijt.  Bovendien stelt hij dat hij Marianne niet heeft zien aankomen. Ook dit is weer in tegenspraak met wat hij even later zegt:

‘Ik keek naar twee jongens verderop, toen kwam mij opeens een jonge vrouw tegemoet.’

Jasper stelt dus niet alleen dat hij het vermeende afscheid van Spencer en Wietze van Marianne heeft waargenomen, maar ook dat hij Marianne zag aankomen. In tegenspraak met zijn eerder bewering.

Indien men gemakshalve aanneemt dat het verhaal van Spencer en Wietze de waarheid is, dan is het ook vreemd dat zij een tegemoetkomende fietser niet hebben waargenomen. Te meer omdat Spencer beweert dat Marianne nog achterom heeft geroepen: “Als mij wat overkomt is het jullie schuld!”. Te meer ook omdat Jasper beweert dat hij rechtsomkeert heeft gemaakt om Marianne te achtervolgen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat Jasper al deze waarnemingen heeft gedaan zonder dat Spencer en Wietze er iets van hebben waargenomen. Blijkbaar ziet Jasper dat ook in, want hij lost dit probleem op met de volgende bewering: “Ik denk niet dat ze mij hebben gezien”. Dit is een uiterst vreemde opmerking gezien de beschrijving van de gebeurtenis waarbij het bijna onontkoombaar is dat Spencer en Wietze hem gezien moeten hebben, maar vooral ook omdat het voor Jasper helemaal niet relevant  is om zich af te vragen of Spencer en Wietze hem hebben gezien. Dit is alleen relevant voor diegenen die zich afvragen waarom Spencer en Wietze geen melding hebben gemaakt van een tegemoetkomende fietser die omkeerde en achter Marianne aan ging. Jasper is echter de laatste die op die vraag een antwoord zou moeten willen geven. Toch vult hij het antwoord uit eigen beweging in.

Jasper’s verhaal wekt steeds meer de indruk dat hij het afstemt op hoe het OM het graag wil horen op basis van het verhaal van Spencer, maar niet alle details, zoals bijvoorbeeld de tijdlijn, synchroon kan houden. Zo geeft hij ook verschillende versies van dezelfde gebeurtenis. Tegenover de rechter zegt hij dat hij Marianne gevolgd is door het tunneltje:

S. fietste achter Vaatstra aan, die vrij snel fietste. Hij volgde haar door een tunnel. Hij had nog steeds de gedachte ‘die is voor mij’, bevestigt S.

Tegen zijn ouders heeft hij expliciet gemeld dat Marianne NIET door het tunneltje ging maar bovenlangs over de weg. Overigens mag men zich ook afvragen waarom een gezonde  volwassen man van begin 30 een kilometer  nodig heeft om een zestienjarig meisje in te halen. De afstand tussen de sportvelden en de plaats waar Jasper Marianne inhaalde op de Keningswei is namelijk een kilometer.

Deel 2

Door Wim Dankbaar

De volgende delen van het betoog van Dankbaar gaan over de absurde en onmogelijke manier waarop Jasper S. Marianne zou hebben verkracht en vermoord. Omdat deze delen nauw met elkaar samenhangen, plaats ik ze hier achter elkaar. Het wordt dan wel een lang artikel, maar dat moet dan maar. ;-)

Marianne’s ongesteldheid en orale seks

Op het moment dat Jasper Marianne ziet, zegt hij te hebben gedacht:  “Jij bent voor mij”. Hieruit is af te leiden dat hij vanaf dit moment de voorbedachte rade had om Marianne te verkrachten, naar men mag aannemen tegen haar zin. Alle navolgende door Jasper beschreven handelingen wijzen op deze voorbedachte rade, waarbij hij zich talloze malen heeft kunnen afvragen of hij wel goed bezig was en zijn plannen niet beter kon staken. Niettemin, zo moeten wij geloven,  heeft Jasper geen enkel moment van bezinning gekend. Hij is Marianne achterna gereden, heeft haar ingehaald en van haar fiets gedwongen. Vervolgens heeft hij Marianne vastgepakt, zijn zakmes geopend, met één hand,  en Marianne bedreigd. Jasper weet zich nog specifiek te herinneren dat Marianne vroeg: Wie ben jij? Daarna heeft hij zowel haar fiets als zijn eigen fiets , ook met één hand,  aan de kant van de weg gezet. Dit is vreemd omdat er op de herenfiets die aan Marianne werd toegekend, in het geheel geen sporen (DNA of vingerafdrukken) van Marianne of  Jasper zijn gevonden.  Tijdens deze gebeurtenis zou Marianne ook geprobeerd hebben zich los te rukken en in Jasper’s hand hebben gebeten. Tot bloedens toe.  De vraag is dan in welke hand Marianne gebeten zou hebben. De hand waarin hij het mes had, of de hand die hij nodig had om de fietsen weg te zetten? Enfin, Marianne zou haar verzet hebben gestaakt omdat zij volgens Jasper onder de indruk van het mes zou zijn geweest.  Hierdoor kon Jasper verder met zijn verkrachtingsplan door samen met Marianne het weiland in te lopen, ongeveer een honderd meter tot voorbij een boomwal, een plek die hij geschikt vond om zijn plan ten uitvoer te brengen. Op geen enkel moment tot dan toe is Jasper tot bezinning gekomen. Kennelijk heeft hij steeds besloten, ondanks alle moeilijkheden en tegenwerking van Marianne, zijn plannen door te zetten. Bewust en in kalm beraad. Jasper stelt zelf dat hij in een “roes” heeft gehandeld. Alsof hij niet wist waar hij mee bezig was. Maar dit strookt absoluut niet met de aaneenschakeling van zijn doelbewuste handelingen en beslissingen. Zo zou Marianne op gegeven moment hebben aangegeven dat zij ongesteld was. De toehoorder moet hier kennelijk uit begrijpen dat Marianne begreep dat Jasper sex met haar wilde, hoewel niet door Jasper wordt verteld dat hij deze intentie aan haar had duidelijk gemaakt.

Jasper zegt hier het volgende over:
 ”Ze gaf aan dat ze ongesteld was en heeft voor dat ze mij oraal bevredigde haar tampon verwijderd. Ze stond toen nog. Ik heb me erover verwonderd dat die tampon nooit aangetroffen is.”

Men kan zich afvragen waarom Marianne haar ongesteldheid ter sprake bracht.  Iets anders dan haar wens dat Jasper zijn sexuele plannen zou laten varen, is eigenlijk niet te verzinnen. Niettemin is dit voor Jasper wederom  geen reden om van zijn plannen af te zien. Wat Jasper’s reactie op Marianne’s onthulling was, vertelt Jasper niet precies, maar wel dat Marianne hem vervolgens van orale sex heeft bediend. Op wiens initiatief dit was, vertelt Jasper ook niet. Alleen dat hij dit zo gewend was bij de hoeren, die daar ook mee beginnen. Ook vertelt hij dat Marianne kennelijk vrijwillig en zelf haar tampon heeft verwijderd. We zijn hiermee aangeland bij misschien wel het meest potsierlijke element uit Jasper’s bekentenis. Het is immers totaal ongeloofwaardig  dat Marianne zelf haar tampon verwijderd als voorbereiding op de sex die zij absoluut niet wil.  Nog ongeloofwaardiger is dit als men bedenkt dat Jasper even later met zijn mes haar slipje moest wegsnijden. Wij moeten dus geloven dat Marianne vrijwillig haar tampon heeft verwijderd, maar kennelijk niet vrijwillig haar slipje naar beneden heeft willen doen. Als klap op de vuurpijl moeten we aannemen dat Jasper, die net tot bloedens toe in zijn hand is gebeten, nu zijn piemel – voor de door lust gedreven Jasper, misschien wel het meest dierbare lichaamsdeel  – toevertrouwt aan diezelfde tanden van Marianne. Een meisje dat volgens familie en vrienden van zich af zou bijten, maar dit om haar leven te redden niet heeft gedaan. Marianne zal toch beseft hebben dat als je een man, met mes of niet, zijn piemel  afbijt, deze in één klap buiten spel is.

De vraag of Jasper klaargekomen is van de fellatio, wordt ook niet beantwoord. Kennelijk niet, want even later is hij nog in staat om Marianne vaginaal te penetreren.

Waar is het bloed en de anale verkrachting?

Jasper stelt dat hij zich vele  details niet kan herinneren. Wel is hij stellig dat hij Marianne niet ook nog anaal heeft verkracht. Dit is opmerkelijk omdat zowel sporenonderzoek als de sectie heeft uitgewezen dat Marianne zowel vaginaal als anaal is verkracht. Ofwel hebben de pathaloog-anatomen van het NFI een kapitale fout gemaakt, ofwel Jasper vertelt niet de waarheid. Blijkbaar zit niemand met deze enorme tegenstrijdigheid.  Blijkbaar hoeft ook niemand te weten hoe het OM tot de conclusie is gekomen dat Marianne anaal is verkracht ondanks dat alle media steevast meldden:  Uit het sporenonderzoek en de sectie bleek dat Marianne anaal en vaginaal was verkracht.

Zelfs Peter R. Vries weet in zijn Marianne Vaatstra dossier  te melden:

Marianne werd op haar buik gevonden. Ze was bijna naakt en zowel anaal als vaginaal verkracht.

De anale verkrachting is door het verhaal van Jasper plotseling naar het rijk der fabelen verwezen en door OvJ Henk Mous vervangen door orale verkrachting. Blijkbaar wordt aan Jasper’s ongeloofwaardige bekentenis meer waarde gehecht dan aan de door het OM vastgestelde feiten.

Tevens is door het OM altijd gesteld dat er niet of nauwelijks bloed van Marianne is gevonden op de plaats delict. Dit heeft voeding gegeven aan de gedachte dat Marianne niet meer in leven was toen haar de keel werd doorgesneden.  Een levend persoon met bloeddruk en kloppend hart zou immers veel meer bloed hebben doen vloeien. Eenzelfde redenering wordt gehanteerd voor de kleine steekwondjes op Marianne’s bovenbeen. Geen bloed, dus Marianne moet al dood zijn geweest, zo stelt  Peter R. de Vries namens het OM. Jasper zegt echter zeker te weten dat hij deze wondjes niet heeft veroorzaakt en dat Marianne nog leefde en ademde toen hij haar, liggend op haar buik, de keel zou hebben doorgesneden. Hij weet zelfs te melden dat hij het bloed hoorde stromen. Los van het feit dat hij de meest morbide details wel herinnert maar andere details weer niet, is dit in rechtstreekse tegenspraak met de afwezigheid van bloed in het gras van het weiland. Wederom vraagt niemand zich af of Jasper dan wel de waarheid spreekt.

Tot slot merk ik op dat een dubbele verkrachting, anaal en vaginaal, beter past bij een verkrachting door meer dan één dader, zoals de weggesluisde Feik en Ali uit mijn beginstelling. Tevens past het ontbreken van Marianne’s bloed in het weiland ook beter in het scenario dat Marianne op een andere plek is verkracht en vermoord en later in het weiland is gedumpt.

Deel 3

Door Wim Dankbaar

Deel 3 van het artikel van Dankbaar gaat over het haartje in de aansteker die werd gevonden in het rugzakje van Marianne, maar ook over de “creatieve” manier waarop alle “bewijs” verschijnt en weer verdwijnt als het OM het niet meer kan gebruiken. Eerst was er geen haartje in de aansteker, toen opeens wel, maar nu dit “bewijs” niet bruikbaar blijkt, doet die aansteker opeens niet meer ter zake. Hetzelfde geldt uiteraard voor de sporen van bloed en sperma! Vergelijk dit artikel ook met dat van André Vergeer: Het haartje in de aansteker.

Het haartje in de aansteker

Een jaar geleden mocht Peter R. de Vries van het OM in zijn programma de bevindingen van nieuw onderzoek presenteren. Eén van de opzienbarende feiten was een haartje van de dader, dat gevonden zou zijn in de aansteker uit Marianne’s rugtas. Het DNA van dit haartje kwam overeen met het op Marianne aangetroffen sperma. Allereerst mag men zich afvragen waarom een haartje van de dader pas 13 jaar later wordt gevonden in een bewijsstuk dat ongetwijfeld al eerder grondig was onderzocht op dadersporen. Maar ten tweede moet men zich afvragen hoe dit haartje, een haartje van Jasper volgens het OM,  in de aansteker terecht is gekomen. Jasper stelt namelijk nadrukkelijk dat deze aansteker niet van hem is, dat hij hem nooit heeft gezien, laat staan heeft aangeraakt.  Ook is hij stellig dat hij niet in Marianne’s tas heeft gekeken. Als Jasper de waarheid spreekt – en volgens het OM is dat het geval – dan blijft het een raadsel hoe een haartje van Jasper in een voor hem onbekende aansteker is gekomen. Volgens Jasper kan dit niet. Volgens het OM is het zo. Eén van de twee moet de zaak dus beduvelen. Wederom hoeft niemand te weten welk van de twee het is. Omdat Jasper niets te verliezen heeft met de erkenning dat hij de aansteker heeft aangeraakt, na alle belastende feiten die hij reeds erkend heeft, lijkt het er eerder op dat het OM creatief is geweest met de bewijsvoering. De vraag is dan waarom?

Bedenk ook dat Jasper stelt zijn laarzen en werk-overall te hebben gedragen in verband met de koe die zou kalven:

‘Mijn zakmes zit standaard in mijn werkkleding. Die kleding had ik aan toen ik op de fiets stapte.’

Deze overall moet vol met koeienharen hebben gezeten. Jasper zou tijdens de verkrachting op Marianne hebben gelegen, maar een koeienhaar is niet op haar lichaam aangetroffen.  Wel een haartje van hemzelf in een aansteker uit een tas die hij nooit heeft opengemaakt.

Eenzelfde verschijnsel qua creatieve bewijsvoering, is de “vondst” van Jasper’s bloed op Marianne sinds vorig jaar. Voorheen was er namelijk nooit sprake van bloed, maar alleen van sperma. Voor de uitzending van Peter R. de Vries heeft het OM nooit gewag gemaakt van bloed. Uit het rapport van het second opinion onderzoek van rechercheur Hans Akerboom (2006) blijkt dit nog eens:

De moord op Marianne wordt als “de perfecte moord” omschreven. De dader heeft nagenoeg geen sporen achtergelaten. Sperma leidde tot een daderprofiel.

Het bloed is dus of jarenlang door het OM verzwegen, of naderhand verzonnen. In beide gevallen prangt de vraag: Waarom? Niettemin geeft Jasper wel een voor het OM verlossende verklaring. Marianne heeft immers in zijn hand gebeten, waarbij Jasper expliciet vermeldt dat daarbij bloed heeft gevloeid. Wat echter ondergesneeuwd blijft, is waarom het OM dan nooit eerder de vondst van bloed heeft gemeld?

Deel 4

Deel 4 van het artikel van Dankbaar gaat over de zeer tegenstrijdige verklaringen van Jasper S.. Deze verklaringen zijn zo absurd, zelfs de rechter heeft er moeite mee. Moeten we dit verhaal geloven? Volgens mij is het antwoord NEE!

Jasper’s selectieve geheugenverlies

Door Wim Dankbaar

Het moge duidelijk zijn dat Jasper vele details weet op te lepelen. Zo weet hij nog dat Marianne vroeg “Wie ben je?” en hem in zijn hand heeft gebeten. Ook weet hij dat Marianne aangaf ongesteld te zijn, zelf haar tampon heeft verwijderd en hem orale seks heeft gegeven. Tevens weet hij dat hij Marianne levend de keel heeft doorgesneden en daarbij haar bloed hoorde stromen. Ook weet hij dat hij haar niet anaal heeft verkracht.

Echter, op een hele reeks cruciale vragen waarop de familie Vaatstra zo graag een antwoord wil hebben,  moet hij het antwoord schuldig blijven.  Hij weet het niet meer, hij handelde in een roes, zegt hij. Dit laatste is in tegenspraak met de reeks van weldoordachte handelingen en beslissingen die hij beschrijft. Talloze malen heeft hij de kans gehad om anders te beslissen, maar als we hem moeten geloven, heeft hij steeds weer bewust gekozen om zijn plan om Marianne te misbruiken door te zetten.  Bovendien komt zijn spijt en wroeging niet overeen met een man die toentertijd in staat was deze gruwelijke handelingen in kalm beraad te verrichten. Spijt en wroeging komen eerder overeen met een man die juist niet in staat is zulke handelingen te verrichten.

Enerzijds weet Jasper te vertellen dat Marianne aanvankelijk hevig verzet heeft geboden, tot en met losrukken en het bijten in zijn hand, anderzijds beweert hij dat Marianne vervolgens willoos en gehoorzaam aan zijn lusten tegemoet is gekomen. Zij heeft zelf haar tampon verwijderd, ze heeft hem fellatio gegeven en ze heeft zich zonder protest vaginaal laten verkrachten, laten wurgen en de keel door laten snijden.

Eigenlijk komt het er op neer dat alle details die Jasper wel geeft, in strijd zijn met de bekende feiten en de details die hij niet weet in strijd zijn met wat hij zich zou moeten herinneren als dader. Jasper gaat daarbij zo ver dat hij zaken invult die men graag wil horen. Als de rechter hem vraagt of hij de rugtas heeft gebruikt voor het wurgen ( een stelling van het OM) antwoordt Jasper: “Het zou kunnen”.  Hij zegt zelfs letterlijk: “U mag vinden wat u wilt.” De verdachte speculeert  hier met zijn ondervragers mee. De bekentenis heeft alle kenmerken van iemand die een valse verklaring aflegt. Waar Jasper het niet meer weet, kiest hij de uitvlucht: Ik handelde in een roes, er zitten gaten in mijn geheugen.  In feite zegt hij, in tegenstelling tot het OM dat hij ontoerekeningsvatbaar was, maar gezien de vele details en bewuste handelingen die hij zich wel meent te herinneren, is dit niet geloofwaardig. In de soap die deze rechtszaak is, is doodslag evenmin geloofwaardig, want volgens Jasper zelf was hij al bezig met de vraag of Marianne het er levend vanaf zou brengen:

LC Live @LC_Live

Volgens S.’ herinnering verzette Marianne zich niet. “waarschijnlijk om het er levend vanaf te brengen.” #vaatstra

Gezien de vragen van rechter Dölle heeft deze duidelijk ook moeite met de geloofwaardigheid van Jasper. Ongeloof en scepsis druipen er vanaf. Toch had hij in zijn opdracht om vast te stellen of Jasper wel de waarheid spreekt, dan wel of er sprake is van moord of doodslag, wat mij betreft wel wat doeltreffender te werk kunnen gaan. Zo had hij  bijvoorbeeld kunnen vragen:

Wat was uw reactie toen Marianne aangaf dat ze ongesteld was?

Heeft u haar duidelijk gemaakt dat u dat geen obstakel vond om haar te verkrachten? Zo ja,  mag ik dan concluderen dat u hier zeer duidelijk met een voorbedachte rade bezig was om haar in elk geval te verkrachten? U moet zich toch hebben bedacht dat als u Marianne in leven liet, zij tegen u zou kunnen getuigen van dit misdrijf, wat verkrachting toch is. Hoe kunt u dan volhouden dat u haar niet met voorbedachte rade heeft vermoord? Bij het ene misdrijf, de orale en vaginale verkrachting,  handelde u weloverwogen en met voorbedachte rade, maar bij het tweede misdrijf, de moord, handelde u in een roes en in paniek? Hoe moet ik dat zien, mijnheer Steringa?

Heeft u een verklaring waarom Marianne zelf haar tampon heeft verwijderd? Was dit naar aanleiding van uw standpunt dat haar ongesteldheid geen bezwaar was? Was het uw begrip dat Marianne er vrede mee had dat u haar vaginaal zou penetreren?

Op wiens instigatie werd de orale seks geïnitieerd?  Kunt u aangeven waarom Marianne hiermee akkoord ging?

Vond u het niet gevaarlijk om uw penis over te leveren aan de mond en tanden van een meisje dat niet gediend was van welke vorm van seks met u dan ook?

Kwam u klaar van de orale bevrediging? U heeft het immers over bevrediging. Zo nee, wat deed u besluiten om Marianne te gebieden de orale seks te staken? Zo ja, hoe kreeg u het voor elkaar om haar ook nog vaginaal te verkrachten?
Bauke Vaatstra meent, ook ingegeven door het OM, dat Jasper zich veel meer herinnert, maar niet het achterste van zijn tong laat zien en zaken bewust achterhoudt. Naar mijn overtuiging raakt deze redenering kant noch wal.  Jasper heeft, huilend en snikkend, details bekend die elke schande voorbij gaan. Hij heeft zich tot op het bot vernederd. Wat heeft de man nog te verliezen door dingen te bekennen die Bauke Vaatstra zo graag wil weten?  Helemaal niets.  Waarom zou iemand uit schaamte zaken achterhouden als hij wel kan erkennen dat hij Mariannes keel doorgesneden heeft en haar bloed hoorde stromen? Waarom zou hij dan niet achterhouden dat hij het moordwapen tot op de dag van vandaag heeft bewaard? Ook hier is sprake van een tegenstrijdigheid want zijn vader stelt dat Jasper sinds die tijd minstens 3 werkmessen heeft versleten en er bovendien altijd twee had die hij gebruikte om ze tegen elkaar te slijpen.

Bauke Vaatstra begrijpt niet dat Jasper zich zaken niet herinnert omdat hij de hele moord wel eens niet gepleegd zou kunnen hebben en de details die hij zich wel herinnert door derden ingeprent zijn.

—————————–
Tot zover Wim Dankbaar. En niet alleen Bauke begrijpt dat niet, er zijn talloze mensen die het niet begrijpen. Vroeg of laat zal men toch moeten inzien, dat dit niet kan! Maaike had het meteen al door: We worden bedrogen waar we bijstaan!!!

Wim, ik plaats hier nog even de audio:

Maaike en Wim praten over Peter duurt een kwartier.

http://www.jfkmurdersolved.com/audio/maaikepeter.mp3

Deel 5

Het laatste deel van het artikel van Dankbaar gaat over de rol die Peter R. de Vries in deze zaak speelt. Deze grote misdaadjournalist is de grote showmaster van dit bloedstollende theater!

Excuses geëist van Peter R. de Vries

Door Wim Dankbaar

Peter R. de Vries, ontegenzeggelijk een spreekbuis van het OM in deze zaak, twittert triomfantelijk:

Zou complotdenker #WimDankbaar nu voorgoed zijn mond houden en excuses aanbieden aan de mensen die hij heeft geterroriseerd en belasterd??

Welnu, ik denk dat ik met bovenstaande verhandeling wel duidelijk heb gemaakt dat ik onverkort van mening blijf dat Jasper S. niets te maken heeft met de moord op Marianne Vaatstra. En dat tevens het OM en Peter R. de Vries het Nederlandse volk op een ongekende wijze bedriegen.

Bovendien zou ik wel eens willen weten wie Peter precies bedoelt met de mensen die ik “geterroriseerd en belasterd” zou hebben.  Ik vermoed dat hij mensen bedoelt als Stephanie van Reemst, Jano Hassan, Spencer Sletering en Feik Mustafa, van wie ik stel dat zij ook weten dat de moord niet door Jasper S. is gepleegd.  Van Stephanie stel ik dat zij het vriendinnetje van Feik was en getuige is geweest van de ontvoering van Marianne uit het het centrum van Kollum door onder meer Feik en Ali.

Van Spencer stel ik dat zijn gestolen-fiets-verhaal en het afscheid van Marianne bij de sportvelden een kletsverhaal is. Een knalharde leugen. Ik stel voorts, uitsluitend op basis van getuigen die door het OM  stelselmatig genegeerd worden, dat  Feik Spencer softdrugs leverde, ruzie met hem had  en hem die avond toegezegd heeft: Vanavond gaan we jouw vriendinnetje pakken! Ik stel verder dat Ali en Feik de fietsen van hem en Wietze hebben lek gemaakt door de ventielen eruit te trekken, een feit waar Stephanie getuige was.  Een feit ook dat door meerdere getuigen bevestigd is, onder meer door Spencer’s eigen vader Dick Sletering die de volgende ochtend tegen Bauke Vaatstra zei: Ik denk wel dat Spencer thuis is, want ik zie zijn fiets hier staan met een lekke band! Ik stel tevens dat Spencer en Wietze zijn opgehaald uit het dorp, waar hun lekke fietsen stonden, door Spencer’s moeder Jacqueline Sletering in haar groene Citroën Saxo, een feit dat ook is waargenomen door een getuige waar het OM niets van wil weten.  En dat zij vervolgens door haar zijn afgezet bij de Pyramide om nog een broodje shoarma te eten. Tevens stel ik dat Spencer en Wietze om half één ‘s nachts zijn gezien zonder Marianne door Verry Brouwer en Tinie de Haan,  prutsend aan een fiets, ongetwijfeld  in een poging nieuwe ventielen te regelen om hun eigen fietsen weer rijklaar te maken. Deze getuigen zijn nota bene door Peter R. de Vries zelf gepresenteerd in een uitzending uit 2003, waarin Peter het verhaal van Spencer en Wietze onderuit haalt en het OM hekelt vanwege het vasthouden aan hun verhaal.  Ondanks dat Peter ook weet dat het verhaal van Spencer en Wietze één grote leugen is, neemt hij deze anno 2012 graag over van het OM in zijn laatste uitzending, met de befaamde “reconstructie” en al.

Dit is de bewuste uitzending:
prdvmarianne duurt 14 minuten.



Peter R. maakt dus in 2003 een ijzersterke case voor de stelling dat Spencer’s verhaal een leugen is. De “bekentenis” van Jasper is echter op die leugen gebaseerd.  Derhalve wil Peter R. anno 2013 niet aan de uitzending herinnerd worden.

Van Jano Hassan stel ik dat hij familie en een zeer goede bekende is van de door Justitie weg gesluisde Ali Hassan.  Tevens stel ik dat hij in 2009 door een getuige in Groningen is gesignaleerd in het gezelschap van deze Ali Hassan en vervolgens deze getuige heeft bedreigd om haar mond hierover te houden.  Ik stel dus ook dat hij bekend is met het stiekem wegsluizen van Ali Hassan en diens huidige verblijfplaats.

Van al deze personen stel ik dat zij weten dat de in Turkije gearresteerde Ali Hassan, niet de Ali Hassan was die zij kenden uit het AZC als de onafscheidelijke vriend van Feik.  Met andere woorden dat ook zij weten dat het OM het Nederlandse publiek een geweldige loer heeft gedraaid met een verkeerde Ali Hassan om te verhullen dat zij de juiste Ali Hassan het land uit hebben gesmokkeld.  Bovendien heb ik al deze mensen uitvoerig de gelegenheid gegeven om mijn publicaties te weerleggen voordat ik ze publiceerde.

De vraag rijst waarom Peter R. de Vries meent dat ik excuses zou moeten maken voor iets wat gewoon de waarheid is. De vraag is ook waarom deze mensen zelf niet mijn excuses vragen. De vraag is tevens waarom deze mensen schitterden in afwezigheid op de rechtszitting van Jasper S., nu zij hun “gelijk” (= mijn “ongelijk”)  met een andere dader dan Feik en Ali kunnen vieren. Maar ja, met al die media erbij zou je weleens vragen kunnen krijgen als: Klopt het eigenlijk dat de gearresteerde Ali niet de Ali was die jullie kenden? Wat is er nu waar van die lekke banden?  Voor mij is het dus  allang geen raadsel meer waarom zij wegbleven. De grootste vraag is nog wel waarom Peter R. de Vries zelf hardnekkig blijft weigeren om deze mensen te vragen of er ook maar iets waar is van mijn stellingen, maar in plaats daarvan excuses eist.

Als Peter R. de Vries meent dat ik deze mensen terroriseer en belaster, dan moet hij vooral zijn vrienden bij het OM adviseren om eindelijk eens de smaadaangifte van Jano Hassan tegen mij te vervolgen. Stephanie heeft volgens het OM aangifte van smaad gedaan, om die vervolgens binnen twee weken weer in te trekken. Ik daag Peter uit om die aangifte op te vragen en te produceren, want ik stel dat het gewoon een smerig verzinsel was om mij via een groot artikel in de Leeuwarder Courant in diskrediet te brengen, als zou ik een strafbaar feit hebben begaan. Iets wat Peter R. de Vries nog steeds tracht te beweren. Peter R. dient zich af te vragen waarom het OM die strafbare feiten dan niet wil vervolgen.

Jano Hassan heeft ruim anderhalf jaar geleden aangifte gedaan, maar het OM weigert om hier actie op te nemen. In feite is de conclusie allang gerechtvaardigd dat zowel Jano als het OM deze aangifte in de la met zoekgeraakte stukken willen laten liggen. Seponeren durft het OM ook niet, want dat is  hetzelfde als zeggen dat mijn stellingen de waarheid zijn, en dus allesbehalve smaad.
Het is natuurlijk zonneklaar dat het OM zich geen rechtszaak kan veroorloven waarin duidelijk wordt dat ze doelbewust een verkeerde, voor deze mensen onbekende Ali Hassan hebben opgepakt. Dit leidt immers tot de vraag: Wat is er dan met de juiste Ali Hassan, de werkelijke verkrachter van Marianne Vaatstra  gebeurd?

Omdat dit echter een politiek proces is, bedoeld om monstrueuze ambtsmisdrijven onder de pet te houden die het voorstellingsvermogen van de gemiddelde burger te boven gaan, heb ik niet de illusie dat de rechtbank voldoende lef heeft om de moord door Jasper niet overtuigend en wettig bewezen te achten.

—————————
Dank je wel voor dit hele artikel, Wim!