woensdag 26 februari 2014

Tijdlijn rond de moord op Marianne Vaatstra

 
Omdat ik in de zaak van Marianne Vaatstra ben gedoken, deel ik hier een artikel welke ik van belang acht. Het artikel stond origineel hier, onder de titel:
"Tijdlijn rond de moord op Marianne Vaatstra - En de leugens van het openbaar ministerie en van Peter R. de Vries."

Door André Vergeer

Een leugen kun je niet 3 keer gelijk vertellen, maar de waarheid wel”. Dit zijn de letterlijke bewoordingen die Maaike Terpstra (moeder van Marianne) in haar dagboek gebruikte om haar misnoegen uit te drukken over de wijze waarop de familie Vaatstra in al die jaren was belazerd. Welgeteld zou zij vervolgens nog eens 23 keer het woord ‘leugen’ in haar dagboek gebruiken.

Complot
De definitie van een complot, volgens Wikipedia luidt: Een samenzwering of complot is een geheime afspraak tussen een aantal personen om iets wat illegaal is te ondernemen tegen een andere persoon of groep.”

Eveneens volgens Wikipedia: Een complottheorie is een verklarende stelling waarbij een persoon, groep of organisatie ervan beschuldigd wordt een gebeurtenis te hebben veroorzaakt met grote sociale, politieke of economische impact.

Aan ons ‘complotters’ dus de taak om de stelling van Maaike Terpstra te onderbouwen om meer dan aannemelijk te maken dat er in het onderzoek naar de moord op Marianne bij voortduring is gelogen. In de afgelopen jaren hebben wij, gebaseerd op openbare bronnen, getuigenverklaringen en officiële verklaringen van justitie, in tal van publicaties al aangetoond dat Maaike gelijk had. En, om maar met de conclusie te beginnen, zo blijkt dat er twee verdachte asielzoekers zijn weggesluisd, dat er vanaf dag één toe geredeneerd is naar een één-dadermoord en dat cruciale verklaringen zijn verdwenen of achtergehouden (in dit artikel zult u daar nog een frappant voorbeeld van aantreffen). Daarbij zijn de aanwijzingen van twee of meer daders consequent veronachtzaamd en niet-bestaande aanwijzingen van één dader zelfs aantoonbaar gecreëerd. Zo is inmiddels o.a. ook bewezen dat justitie, in strijd met de uitzending van Peter R. deVries, heeft gelogen over “de plas bloed” in het weiland, over “de voetsporen van Marianne en haar dader”, over “de fiets van de dader” en “dat Marianne door haar vrienden op de fiets zou zijn weggebracht”.

Nu Jasper Steringa in april 2013 is veroordeeld voor de moord op Marianne is het voor ons dus ook mogelijk om de verschillen te duiden tussen de leugens van het 3D-team (via Peter R. de Vries vorig jaar mei) en justitie, zoals die in maart aan de rechter zijn voorgehouden. De tijdlijn van onze getuigen en de verschillen tussen die van het 3D-team en justitie is daarvan het meest in het oog springend.

Tijdlijn
Ik wijs de lezer er vooral op dat de tijdlijn van ‘onze’ getuigen veel consistenter is dan die van justitie. Voor de leesbaarheid laat ik een deel van de teksten achterwege die later alsnog kunnen worden getoond, mocht dat nodig zijn. Dit maakt het uiterst ongeloofwaardig dat Jasper de dader zou zijn.
 
Uit het Rapport van het Openbaar ministerie van januari 2011: Die middag: “Via de voice-over krijgt de kijker van EenVandaag te horen dat Ali Hussein Hassan volgens de vriendin van Marianne op Koninginnedag gezien is in Kollum. De politie zoekt in 2010 ook haar op. [….] Zij herkent enkele citaten die het programma in beeld brengt wel als haar eigen opmerkingen. ,,Ik heb gezegd wat ik in het verleden ook heb gezegd en daar blijf ik dus bij”.

Dit gaat over Aafke K., de beste vriendin van Marianne. Zij en een aantal medewerkers van het toenmalige AZC wordt door Justitie verweten dat zij het verschil niet zien tussen een pafferige, korte asielzoeker van 1,65 m. en een boomlange (verkeerde) asielzoeker uit Istanbul. Dáár zijn alle leugens mee begonnen.

Verklaring Geke H: 18:30 uur: “Op Koninginnedag 30 april 1999, omstreeks 18.30 uur ben ik naar ’t Filtsje (toen SaSa geheten), gegaan in Kollum. Daar kwam ik Spencer Sletering voor de eerste keer tegen die avond. Ik kende hem toen nog niet maar hij maakte op dat moment ruzie met één of twee asielzoekers. Ook was daarbij aanwezig Stephanie van Reemst en zij hing zo’n beetje tegen de eerste asielzoeker aan. Later bleek op foto’s dat dit Feik Mustafa was. Deze Feik zei tegen Spencer Sletering het volgende: “We pakken jouw vriendin vanavond wel”. Ik heb daar in eerste instantie geen aandacht aan besteed omdat ik niet wist wie of wat hij precies bedoelde”. [….]

19:00 uur: “Omstreeks 19.00 uur kwam ik weer thuis en zag eerder genoemde asielzoekers voor mijn huis staan. Eén van hen (Feik Mustafa) zat op zijn hurken en was bezig om aan de twee fietsen te prutsen die voor mijn huis tegen het hek stonden. Daar was opnieuw Stephanie van Reemst bij aanwezig. Aan de overkant van de straat stond (naar mij later bleek) het donkere meisje Tineke Visser en de tweede asielzoeker. Opnieuw heb ik daar toen geen aandacht aan besteed omdat ik niet wist van wie die fietsen waren”.

21:00 uur: Volgens Opsporing Verzocht van 4 mei 1999 is Marianne omstreeks dit tijdstijd in de Paradiso aangekomen. Spencer zou later verklaren dat hij pas om 23:00 uur een afspraak met haar had.

23:00 uur: Marianne wordt door haar broer Johan met de auto naar Kollum gebracht na die avond nog gewerkt te hebben in de supermarkt (de Poi-Mar), bevestigd door haar vriend Spencer.

24:00 uur: Vraag van de ouders van Marianne, direct na haar vondst, aan Spencer en Wietze:  “Hoe laat zijn jullie gisteren vertrokken uit de Paradiso?”. Spencer: “Ongeveer twaalf uur”. En: “Waar hebben jullie haar voor het laatst gezien?”. Spencer: “Bij het tunneltje”. [niet De Swadde aan de Jeltingalaan dus!] “Afie vroeg nog: ‘Waar zijn jullie uit elkaar gegaan’. Spencer antwoordde: ‘Bij het tunneltje’. Vreemd dat hij dan in een andere richting zocht. Richting A.Z.C”.

Verklaring Tettje V: 24:00 uur: “Op Koninginnedag 30 april 1999 had ik dienst in het Filtsje/SaSa te Kollum van ‘s morgens 10.00 uur tot ‘s avonds 24.00 uur. Ik kan mij herinneren dat Marianne Vaatstra die avond net voor 24.00 uur nog in het Filtsje [voorheen SaSa] was, samen met een paar blanke jongemannen en nog 1 of 2 meisjes. Daar was in ieder geval ook Stephanie van Reemst bij aanwezig en 2 aan mij bekende asielzoekers. Die asielzoekers had ik ook wel vaker gezien. Van aan mij getoonde foto’s herken ik hen als Ali. H. Hassan en Feik Mustafa. Verder was er rond datzelfde tijdstip (24.00 uur) een Duitser aanwezig, Ludger Dill, en Spencer Sletering (de vriend van Marianne) samen met nog een jongen die ik niet kende. [….]

Diezelfde jongemannen, de asielzoekers en het meisje (zonder Marianne) heb ik aan het begin van de avond ook gezien in het Filtsje en ook daarbuiten want toen hadden zij onderling ruzie en ik heb samen met Anja [bazin SaSa] toen de boel wat gesust. Toen zijn ze naar binnen gegaan en over en weer waren ze nog wel wat aan het mopperen, maar tot vechten is het niet meer gekomen. Hierbij waren Tineke Visser en Stephanie van Reemst ook aanwezig”. [….]

“Ook heb ik later aan een politieagent verteld die bij ons in het Filtsje kwam om vragen te stellen i.v.m. de moord op Marianne, dat Marianne net voor twaalf uur nog met anderen aanwezig was geweest in het Filtsje. Maar ik heb er nooit meer iets over gehoord”. [….] “Ik ken de moeder van Stephanie van Reemst en haar dochter persoonlijk en ook de moeder van Tineke Visser. Tineke heeft een donkere huidskleur. De personen Spencer en de twee asielzoekers heb ik ook al meermalen gezien voor het gebeurde op 30 april 1999. Mijn verklaring heb ik afgelegd bij de politie op of omstreeks begin mei 1999 in onze zaak”.

Verklaring Geke H: 00:30 uur: “Omstreeks 00.30 uur van de volgende morgen, 1 mei, hoorde ik vanuit mijn bed enig rumoer op straat. Vanuit mijn bovenraam zag ik Marianne Vaatstra staan bij die twee dezelfde fietsen aan het hek aan de voorkant. In haar aanwezigheid was opnieuw Stephanie van Reemst. Marianne vloekte en riep: “Alle vier de ventielen zijn uit die fietsen” of woorden van gelijke strekking. Daarbij lachte zij alsof zij daar enig plezier om had. Op dat moment reed er een grote stationcar voorbij waarin ik de Duitser Ludger Dill herkende. Hij bukte zich en keek nadrukkelijk naar Marianne en Stephanie maar reed vervolgens door. Nadat ik mij net had omgedraaid en weer in bed was gestapt hoorde ik binnen een minuut (hooguit twee minuten), een luide gil, een geluid of er een autoportier werd dichtgegooid en een auto die hard wegscheurde. Daar heb ik ook verder geen aandacht aan besteed omdat het uitgaansavond in Kollum was”.

00:30 uur: Verry Brouwer, in de uitzending uit 2003 van Peter R. de Vries (v.a. 01.40 min): “Ik zag, samen met mijn toenmalige vriendin Tineke de H., rond 00:30 uur Spencer en een andere jongen (die ik niet kende) staan prutsen aan een fiets die om een paal lag. Dit was aan de rand van Kollum, bij de tennisvelden; daar was geen Marianne bij in ieder geval. Ik heb Spencer nog gegroet en hij groette mij terug “. Verklaring Verry Brouwer bij Peter R. de Vries, zie:  http://www.youtube.com/watch?v=9AwqIDGN47c&feature=relmfu

00:45 uur: Uit de verklaring van mevr. D.D., de moeder van Verry Brouwer: “Op zaterdagmorgen 1 mei 1999 ben ik naar de manege geweest met mijn kleinkind. Op de manege heb ik toen gehoord dat er een meisje was vermoord en dat de Paradiso daar mee te maken had. Op de terugweg kwam ik over de rotonde van de Lauwersmeerweg en de kruising met de Keningswei. Daar was de weg afgezet met linten” [….] “Thuis gekomen, ik stond nog in het klompenhok, vroeg ik aan mijn zoon Verry Brouwer of hij iets van de moord had gehoord. “Nee”, zei hij. “Hoe laat waren jullie gisteren thuis?” [in Buitenpost]. “Ongeveer 00.45 uur. Wij zijn gisteren nog in de Paradiso geweest”. Ik vroeg hem “heb je dan Marianne ook gezien in de Paradiso”? “Nee” zei hij, “Marianne niet, maar we hebben Spencer wel gezien. Hij stond om ongeveer 00.30 uur bij de tennisvelden langs de Trekweg buiten Kollum samen met een jongen die ik niet kende. We hebben Marianne daar niet bij gezien”. […]

“Zelf heb ik daar, na telefonisch contact, op woensdag 5 mei 1999 nog een verklaring over afgelegd op het politiebureau Buitenpost. Het heeft mij vreemd genoeg nogal moeite gekost om de politie er van te overtuigen dat onze verklaring van belang kon zijn. Mijn zoon Verry en zijn toenmalige vriendin Tinie hebben die dag daarna, 6 mei 1999, een verklaring afgelegd bij de politie. Er is voor zover mij bekend geen verklaring op papier gezet. Ik heb in ieder geval geen handtekening hoeven te zetten”. Verklaring mevr. D. D.

Merk op dat de – onafhankelijk van elkaar afgelegde – verklaringen uit ’99 jaren en tegenover ons nog naadloos aansluiten op de tijdlijn en zelfs op hun mogelijke reis- en vertrektijden. Dit, in navrante tegenstelling met de ‘reconstructie’ van justitie bij Peter R. de Vries.

00:45 uur: 1e waarneming van een oude BMW op de Keningswei, t.h.v. het Veenkloosterbos waarin 3 personen die mogelijk ruzie maakten. Bij de 2e waarneming, minimaal 10 – 15 minuten later, waren nog 2 personen zichtbaar. Bij de 3e waarneming, weer ca. 20-30 minuten later (dus omstreeks 01:30 uur), werd die BMW weer gespot langs de Lauwersmeerweg t.h.v. het zwembad.

00:45 uur: Uit de ‘reconstructie’ van Peter R. (van het 3D-team dus): “Ze vertrekken om ongeveer 00:45 uit Kollum. Om 01:45 uur neemt zij,[Marianne] t.h.v. De Swadde, afscheid van haar twee vrienden”.

01:00 uur: “Om ongeveer 01:00 vertrokken wij uit de Paradiso. Marianne liep zo’n beetje achter ons aan” [….] “Telkens vertelde ik hetzelfde verhaal”. Verklaring Spencer Sletering in Panorama en in de Leeuwarder Courant.

01:30 uur Op 4 mei 1999 (3 dagen na de moord) meldt Nelleke van der Krogt in het programma Opsporing Verzocht “dat de vrienden van 9.00 uur tot half twee in de Paradiso hebben verbleven”.

Merk op dat Spencer/justitie dus vier tijdstippen noemt (24:00, 00;45, 01:00 en 01:30) van hun vertrek uit de Paradiso. Merkwaardig genoeg sluit zijn eerste verklaring (twaalf uur) echter naadloos aan, aan de verklaringen van derden tegenover ons. Justitie (het 3D-team en dus ook Peter R.) gaan daarna nog eens ‘goochelen’ met die tijd van afscheid bij De Swadde, zie verder in de tijdlijn:
Verklaring Geke H: 01:30 uur: “Ongeveer een uur later, omstreeks 01.30 uur werd ik weer wakker van rumoer, nu aan de achterzijde van mijn woning. Daar zag ik vanuit mijn bovenraam twee jongens op het zgn. ‘Raboplein’ lopen met fietsen waarvan de banden lek waren. De langste van de twee, dit bleek opnieuw Spencer Sletering, riep: ”Zinloos geweld”, of woorden van deze strekking. De slanke jongen schopte zijn fiets over het plein, de onderdelen van de fiets vlogen alle kanten op. Hij was dezelfde jongen [Spencer] die ik eerder op de avond in ‘t Filtsje was tegengekomen. Hij vloekte zeer luid en schreeuwde enkele termen. Hij tilde de fiets boven zijn hoofd en wierp hem op een afzettingspaaltje. De andere jongen, wat steviger van postuur, liep daarbij met de fiets aan de hand. Aan het lopen kon ik zien dat de jongens gedronken hadden”. [….]

Op het plein stond ook een groene tweedeursauto (later bleek dat een Citroën Saxo) waar een kleine, blonde slanke vrouw, met het haar in boblijn geknipt, stond te wachten op die jongens. Dit bleek later de moeder te zijn van Spencer. De kleinste van de twee stapte achterin, de langste voorin en de moeder reed met hen weg”. [….]

Toen ik mij later realiseerde dat dit niet kon kloppen met het verhaal van Spencer tegenover de politie (“wij hebben Marianne weggebracht op de fiets”) ben ik op zoek gegaan naar het adres van zijn moeder, haar auto en naar Spencer. En op het adres van Spencer heb ik dat alles voor 100% positief bevestigd gekregen. De moeder van Spencer droeg nog hetzelfde kapsel en stond zelfs net zo van het ene op het andere been te wiebelen als die nacht op het Raboplein. Achteraf bleek de groene Saxo van de vader van Spencer te zijn”. [….]

Mijn man heeft die morgen rond 08.30 uur nog vastgesteld dat die fietsen met lekke banden aanwezig waren op het Raboplein. Ook van een politieagente heb ik een bevestiging gekregen dat er op die dag twee fietsen met lekke banden op het Raboplein zijn gezien. Rond 13.30 uur die dag waren de fietsen niet meer aanwezig”.

01:30 uur: Uit de verklaring van mevr. D.D., de moeder van Verry Brouwer: “Wat mij zeer vreemd overkwam is het volgende. Van Spencer Sletering en zijn vriend Wietze is bekend dat zij die nacht rond 01.30 uur nog aangegaan zijn bij “De Pyramide”, een shoarma zaak in Buitenpost. Mijn zoon Verry heeft daar in die tijd de zaak helpen opknappen in de avonduren. Van mijn zoon Verry hoorde ik regelmatig dat de vader van Spencer, Dick Sletering, daar een aantal weken achter elkaar, elke avond ook aanwezig was. Van de eigenaar, Mohammed, heb ik begrepen dat deze man er nooit eerder was geweest, en na die twee weken ook nooit meer terug is geweest. Ik heb het gevoel dat Dick Sletering van Verry wilde weten wat hij die nacht had gezien maar hij heeft het hem nooit gevraagd”.   Verklaring mevr. D. D.

01:30 uur: Uit het verslag van de strafzitting tegen Jasper Steringa van 28 maart jl. (Saskia Belleman van de Leeuwarder Courant): “Hij sliep al meerdere nachten beneden om zijn vrouw niet wakker te maken. “Ik legde me te rusten. Ongeveer half 2 liep wekker af.” [….] “Ging eerst rusten. Half twee, kwart voor twee ging wekker. Ging naar stal. ,,pin mij niet vast op tijdstippen.” Verslag Saskia Belleman, LC van 28 maart jl.

Op het moment dat de wekker afging in Oudwoude, zou Spencer dus al in de shoarmazaak in Buitenpost zitten en dan zou Marianne al ruim voorbij Veenklooster moeten zijn gefietst.

01:30 uur: Uit een eerdere verklaring: “Na mijn ouders thuis te hebben gebracht zijn mijn dochter en ik weer huiswaarts gegaan en kwamen wij ter hoogte van afslag zwembad het paradyske deze zelfde BMW weer tegen. Nu stond deze in de berm als ware wachtende op iemand”. 

01:35 uur – 1:40 uur: Uit een andere verklaring: ““Na de rotonde halfrond te hebben genomen ben ik de Keningswei opgereden. Omdat dit een donkere weg is bij nacht deed ik mijn groot licht aan. Hier zag ik plots een schim van een mens wegduiken het struikgewas in. Ik weet zeker dat dit om een menspersoon gaat en niet om een hert of koe of wat de politie mij later ook maar wilde aanpraten”.

01:45 uur: Uit de ‘reconstructie’ van Peter R. de Vries van 20 mei 2012:  “Maar hoe komt die [aansteker] dan in Marianne’s tas? Heeft Marianne haar moordenaar eerder ontmoet?” [….] “Heeft iemand de moordenaar dan onderweg mogelijk gezien? Om antwoord te geven op die vraag brengt het 3-D-team alle verkeersbewegingen in kaart“. [….]
Om 01.45 uur neemt Marianne afscheid van haar vrienden, bij de Swadde”. http://www.youtube.com/watch?v=Mj7tmKCv0rQ

01:55 uur: Uit het requisitoir van het OM (mr. Henk Mous) van 28/29 maart jl.: “Aanvang fietstocht
Vanuit Paradiso fietsen Wietse en Spencer met Marianne achterop naar Buitenpost waar een zwarte herenfiets wordt meegenomen; het slot wordt opengemaakt door de fiets te laten stuiteren. Dat Marianne zelf een fiets wil, is niet gek want beide jongens zijn al behoorlijk op na een hele dag alcohol drinken en feestvieren. De band loopt steeds leeg en het fietsen zal niet echt snel gegaan zijn gedurende de 5,2 km vanaf Kollum. In Kollum hebben ze nog even staan wachten bij een bankje.

Omstreeks 01.50 uur komen ze aan bij de sportterreinen De Swadde aan de Jeltingalaan in Buitenpost (p.107). [….] “Marianne vertrekt omstreeks 01.55 uur op de fiets zonder verlichting en gaat over het fietspad richting de tunnel”. Requisitoir OM 28/29 maart 2013.

Het vergt geen grote fantasie waarom het OM er nog eens stiekem 10 minuten ‘bij gesmokkeld’ heeft bij het afscheid van Marianne van haar vrienden, tegen het rapport van het 3D-Team in. Als Jasper Steringa, in Oudwoude om 01.30 – 01.45 uur de wekker had gezet om bij zijn kalvende koe te gaan kijken, zijn fiets toen nog moest pakken, dan kon hij maximaal pas om 02.00 uur of zelfs veel later op de Jeltingalaan in Buitenpost zijn aangekomen (4 km. fietsen). Toen was Spencer al ruim weg uit de ‘Pyramide’ waar hij nog een glaasje limonade had gedronken. En had Marianne al hoog en droog in Zwaagwesteinde gezeten. Jasper Steringa heeft ook nooit verklaard dat hij in de berm verscholen zou hebben gezeten. Sterker, hij zou snel achter Marianne zijn aangefietst om haar staande te houden.
En dan hebben we het nog niet gehad over het bezoek van de vrienden van Marianne (rond 01:30 uur) aan het Raboplein in Kollum waar zij werden opgehaald door hun moeder en direct naar Buitenpost zijn gereden. Met achterlating van hun lekke fietsen. Dus, zoals gemeld in het requisitoir:
Als Marianne een minuut later was weggefietst, was zij de verdachte niet tegengekomen. Als, als, als…”.

Wat echter, als Marianne al veel eerder was ontvoerd? En dan nog wel de meest frappante opmerkingen in het requisitoir:
Dat Marianne zelf een fiets wil, is niet gek want beide jongens zijn al behoorlijk op na een hele dag alcohol drinken en feestvieren. De band loopt steeds leeg en het fietsen zal niet echt snel gegaan zijn gedurende de 5,2 km vanaf Kollum. In Kollum hebben ze nog even staan wachten bij een bankje”.
Als dit geen armetierige poging is van het OM om die lekke banden achteraf te verklaren, dan weten wij het niet meer. Temeer, omdat Spencer en Wietze dit excuus nooit hebben gebruikt tegenover de ouders van Marianne of in de media (“telkens vertelde ik hetzelfde verhaal”). Alleen al uit het nu toegevoegde element van de lekke band, blijkt reeds dat Spencer niet telkens “hetzelfde verhaal” heeft verteld. En ook de melding van dat bankje in Kollum kan slechts bedoeld zijn om de verklaring van Verry Brouwer te ontkrachten: ”Dit was aan de rand van Kollum, bij de tennisvelden; daar was geen Marianne bij in ieder geval. Ik heb Spencer nog gegroet en hij groette mij terug”.

Na de moord
Volgens OvJ. mr. M. Severein tegenover de LC. en tegenover de ouders van Marianne lag er een verklaring bij justitie dat in die nacht na de moord twee donkere mannen zijn gezien in de berm van de Keningswei.

In de Leeuwarder Courant van 2 september 1999 wordt dit door mr. Severein nog eens bevestigd: ”Getuigen zouden twee donkere mannen hebben zien wegduiken in de berm van de Kenigswei, vlak na de moord en vlak bij de plek waar het meisje was gevonden. (OvJ) Severein bevestigt de verklaring, maar de getuigen konden geen bruikbaar signalement geven“. http://tinyurl.com/bnseq4g

In de uitzending van Peter R. de Vries echter, wordt dit weer expliciet ontkend (vanaf minuut 29:00): “En, ook niet onbelangrijk, er zijn die avond ook helemaal geen meldingen van incidenten of van mensen die iemand in de buurt bij de plaats delict hebben zien staan”. http://www.youtube.com/watch?v=Mj7tmKCv0rQ

Uit het requisitoir van het OM van 28 februari 2013 (letterlijke tekst): “Met nieuwe techniek zoals het programma Dynacap zijn alle verkeersbewegingen gedigitaliseerd en gevisualiseerd waarbij rekening is gehouden met de verschillende snelheden van fiets, auto of brommer. Dit toont aan dat in de erg drukke Koninginnenacht van 00.00 tot 04.00 uur bijna 80 personen op een of andere manier langs de Keningswei zijn gegaan maar dat in de tijdsperiode na 01.40 uur vrijwel GEEN getuigen langs zijn geweest”.
 
Na bovenstaande blijkt dus dat dit is gebaseerd op aperte leugens en dat er wel degelijk meerdere personen hebben gemeld dat zij personen, rond het tijdstip van de moord, op de Keningswei waren tegengekomen. Zo waren er het broertje en zusje S. die waren ingehaald door een “Afghaan” die voorbij fietste of de duivel hem op de hielen zat. Twee personen hebben gemeld dat er een persoon wegdook in de berm en/of dat er een oud model BMW tot driemaal toe was gesignaleerd (twee keer aan de Keningswei en één keer aan de Lauwersmeerweg, t.h.v. het zwembad). Daarnaast zijn wij in het bezit van de notitie van een rechercheur (Wiltje Bakker), die hij per abuis op het AZC had achtergelaten met de signalementen van twee (een lange en een korte) asielzoekers, ook op de fiets tussen Veenklooster en Buitenpost. Officier van Justitie mr. Ten Cate maakte het vervolgens wel heel erg bont. De hierboven door mr. Severein in de LC zelfs nog bevestigde verklaring over twee donkere mannen die wegdoken in de berm, werd door Ten Cate alsnog weersproken.  

Conclusie
Wij kunnen nu, op basis van voorgaande, en ondersteund door tal van aangetoonde bronnen inmiddels met zekerheid bewijzen dat justitie leugens nodig heeft gehad om Jasper Steringa veroordeeld te krijgen. Maaike Terpstra heeft dus gelijk in haar dagboek met haar 24 leugens. Alle aanwijzingen, dat er waarschijnlijk méér verdachten bij de moord betrokken waren (mogelijk ook asielzoekers) zijn bewust of onbewust genegeerd of zelfs compleet uit het strafdossier verdwenen. De tijdlijn is aan de ‘werkelijkheid’ aangepast en de ‘gevonden’ technische sporen zijn pas jaren later gecreëerd. En, toen getuigen mogelijk roet in het eten dreigden te strooien, zijn zij niet alleen geïntimideerd maar zelfs letterlijk bedreigd.

Natuurlijk kan een slecht onderzoek uiteindelijk (per ongeluk) nog tot een goed resultaat leiden. Maar datzelfde werd ook ooit gezegd van o.a. de zaak Ina Post, Lucia de Berk, de Schiedammer parkmoord, de balpenmoord, de zaak van de Zes van Breda, en van de Deventer- en van de Puttense moordzaak. Al deze zaken zijn echter uiteindelijk bij de Hoge Raad beland. Ondanks de ‘bereidwillige hulp’ van Peter R. de Vries….

Tot slot
Het probleem van ‘complotters’ is nogal eens dat zij (deels) gelijk hebben. Zodra de overheid/justitie of achterban hen echter denkt te moeten bestrijden met intimidaties, bedreigingen, uitgebreide en vooral éénzijdige media-campagnes, leugenachtige boeken, wanstaltige prijzen aan betrokkenen en uitnodigingen bij feestelijkheden, consequente weglating van hun tegenspraak en zelfs regelrechte oproepen om deze ‘gekkies’ op te laten nemen in TBS-inrichtingen, zal haar geloofwaardigheid daarmee niet echt toenemen.

Sterker nog, door de bevindingen van ‘complotters’ consequent te negeren of zelfs compleet belachelijk te (laten) verklaren zonder één enkel antwoord op hun kritische vragen, laadt justitie immers de extra verdenking op zich dat er mogelijk tòch een grond van waarheid schuilt in hun ‘complottheorieën’. De wereld is immers ook niet altijd plat gebleven….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten