De VS planden terreuraanvallen op haar eigen burgers om steun te krijgen voor een oorlog tegen Cuba.
Uit BODY OF SECRETS, James Bamford, Doubleday, 2001, p.82 en verder.
Nederlandse vertaling, april 2006
…Volgens Lemnitzer zou het land veel beter af zijn als de generaals het voor het zeggen hadden.
Voor die officieren die werkeloos toe moesten kijken, was de mislukte Varkensbaai-invasie van de Kennedy regering de laatste druppel. “Het Varkensbaaifiasco brak de dijk”, zei een verslag uit die tijd. “President Kennedy werd afgeschilderd als een ‘no-win’-leider…Uiterst rechts kwam met tal van voorstellen die, geboren uit frustratie, in naam van het ‘anticommunisme’ gepresenteerd werden. Officiers speelden de gastheer op anticommunistische seminars op hun eigen basis of bezochten rechtsgeoriënteerde bijeenkomsten elders.”
Hoewel geen van de Congresleden het had kunnen weten, waren Lemnitzer en de ‘Joint Chiefs’ stilletjes over de rand gegleden.
Volgens geheime en lang verborgen documenten, bemachtigd door Body of Secrets, stelden de ‘Joint Chiefs of Staff’ het misschien wel meest corrupte plan van de Amerikaanse overheid ooit op en keurden het goed. Onder het mom van ‘anticommunisme’, stelden ze voor om een geheime en bloedige terroristische oorlog te starten tegen hun eigen burgers om zo de bevolking voor de gek te houden en steun te verkrijgen voor de ziekelijk bedachte oorlog die zij wilden beginnen tegen Cuba.
Operation Northwoods
Het plan, met de codenaam ‘Operation Northwoods’, dat geschreven was met toestemming van alle ‘Joints Chiefs of Staff’, stelde voor om onschuldige burgers op straat dood te schieten; om boten met Cubaanse vluchtelingen te laten zinken op volle zee; om zelf een reeks van terroristische aanslagen te plegen in Washington D.C., Miami en elders. Mensen zouden worden opgepakt voor bomaanslagen die ze niet hadden gepleegd; vliegtuigen zouden worden gekaapt. Met vals bewijs zou Castro verantwoordelijk worden gehouden om zo Lemnitzer en zijn kabaal, met publieke en internationale steun, te voorzien van het excuus dat zij nodig hadden om hun oorlog te beginnen.
Wellicht is het idee bedacht door President Eisenhower tijdens de laatste dagen van zijn ambtstermijn. Met de Koude Oorlog feller dan ooit en het recente U-2 schandaal vers in het publieke geheugen wilde de oude generaal eindigen met een overwinning. In de weken voor Kennedy’s installatie wilde hij dolgraag Cuba binnenvallen; op 3 januari vertelde hij Lemnitzer en zijn assistenten dat hij Castro aan wilde vallen vóór de installatie, als de Cubanen hem maar een goed excuus gaven. Als Castro hem dat excuus niet gaf, zei hij, konden de VS misschien “denken aan een manier om iets in scène te zetten dat geaccepteerd zou worden door het grote publiek”. Waar hij op doelde was een vals voorwendsel, een bomaanslag, een sabotage, uitgevoerd tegen de VS door de VS. Het doel was om een oorlog te rechtvaardigen. Dit was een gevaarlijke suggestie van een wanhopige president.
Hoewel de oorlog nooit plaatsvond ging het idee niet verloren bij Generaal Lemnitzer. Hij en zijn collega’s waren echter gefrustreerd dat hun plan niet was goedgekeurd en dat Castro hen geen excuus had verschaft voor de invasie.
De laatste druppel is wellicht gevallen tijdens een vergadering in het Witte Huis op 26 februari 1962. Verontrust, dat generaal Landsdale’s geheime actieplannen van operatie ‘Mongoose’ steeds buitensporiger werden en nergens toe leidden, vertelde Robert Kennedy hem alle anti-Castro activiteiten te staken. In plaats daarvan werd Landsdale opgedragen zich de komende drie maanden uitsluitend te richten op het verzamelen van inlichtingen over Cuba.
Toen de broers Kennedy plotseling ‘te zacht’ werden voor Castro zag Lemnitzer zijn kans om Cuba binnen te vallen verdwijnen. De pogingen om het Cubaanse volk tot een opstand op te jutten waren mislukt en Castro leek helaas geen intentie te hebben om Amerikanen of hun bezittingen aan te vallen. Lemnitzer en de andere ‘Chiefs’ wisten dat er maar één mogelijkheid was om hun oorlog veilig te stellen. Zij zouden het Amerikaanse publiek en de rest van de wereld misleiden, om zo haat tegen Cuba te zaaien en de Amerikaanse en wereldopinie zo te beïnvloeden dat ze niet alleen mee zouden gaan maar zelfs bij de generaals zouden aandringen op een oorlog tegen Castro. “De wereldopinie en de Verenigde Naties”, zo stond in een geheim JCS document, “zouden gunstig beïnvloedt moeten worden door een internationaal imago van de Cubaanse regering te ontwikkelen dat onbezonnen, onverantwoordelijk en een alarmerende en onvoorspelbare dreiging voor de vrede op het Westelijk Halfrond is.”
Operatie Northwoods stelde een oorlog voor, waarin veel patriottische Amerikanen en onschuldige Cubanen een zinloze dood zouden sterven, allemaal om de ego’s van de verknipte generaals te strelen. Veilig in hun, door de belastingbetaler gefinancierde, huizen en limousines.
Eén idee dat serieus werd overwogen betrof de lancering van John Glenn, de eerste Amerikaan die in een baan rond de aarde zou reizen. Op 20 februari 1962 zou Glenn opstijgen vanaf Cape Canaveral, Florida voor zijn historische reis. De vlucht zou het symbool zijn voor de deugden van waarheid, vrijheid en democratie, hoog in een baan om de planeet. Maar Lemnitzer en zijn ‘Chiefs’ hadden een ander idee. Zij stelden aan Landsdale voor om, mocht de raket exploderen en Glenn sterven, “onomstotelijk bewijs te presenteren dat…de fout lag bij de communisten en Cuba[sic].”
Dit zou gebeuren, zo vervolgde Lemnitzer, “door verschillende stukken bewijsmateriaal te vervaardigen die zouden bewijzen dat Cuba de elektronica gestoord had”. Dus, terwijl de NASA zich voorbereidde op de ruimtereis van de eerste Amerikaan, bereidden de ‘Joint Chiefs of Staff’ zich voor om John Glenn’s mogelijke dood te gebruiken als vals voorwendsel voor een oorlog.
Glenn schreef geschiedenis zonder ongelukken, waardoor Lemnitzer en zijn ‘Chiefs’ nieuwe plannen gingen verzinnen die uitgevoerd zouden worden “binnen het tijdsbestek van de volgende maanden”.
Eén van de aanbevolen acties was een “reeks van goed gecoördineerde incidenten die plaats zouden vinden in en om de Amerikaanse marinebasis van Guantanamo Bay, Cuba. Dit voorstel behelsde het verkleden van bevriende Cubanen in Cubaanse legeruniformen om ze vervolgens “rellen te laten starten bij de hoofdingang van de basis. Anderen zouden zich voordoen als saboteurs op de basis. Munitie zou opgeblazen worden, branden gesticht, vliegtuigen gesaboteerd en mortieren zouden worden afgevuurd richting de basis waardoor er schade aan de installaties zou ontstaan.”
De voorgestelde operaties werden steeds absurder. Een ander voorstel beschreef een actie die leek op het beruchte incident van februari 1898, toen een explosie aan boord van het marineschip Maine in Havanna 266 Amerikaanse zeelieden het leven kostte. Hoewel de exacte oorzaak van de explosie nooit bekend is geworden leidde het wel tot de Spaans-Amerikaanse oorlog tegen Cuba. Gemotiveerd door de dodelijke ontploffing meldden meer dan een miljoen mannen zich als vrijwilligers voor het leger. Lemnitzer en zijn generaals kwamen met een soortgelijk plan. “We kunnen een Amerikaans schip opblazen bij Guantanamo en Cuba de schuld geven,” zo stelden ze voor; “lijsten met slachtoffers in Amerikaanse kranten zouden tot een behulpzame golf van nationale woede leiden”.
Er leek geen einde te komen aan hun fanatisme. “We kunnen een reeks communistisch Cubaanse terreuraanslagen plegen in de omgeving van Miami, andere steden in Florida en zelfs in Washington” schreven ze. “De aanslagen zouden gericht kunnen zijn tegen Cubaanse vluchtelingen die asiel zoeken in de Verenigde Staten.
We kunnen een bootlading Cubanen, die op weg zijn naar Florida, laten zinken (echt of gesimuleerd)…We kunnen aanslagen op Cubaanse vluchtelingen veinzen en ze zelfs verwonden, zodanig dat er veel media aandacht voor komt”.
Bomaanslagen werden voorgesteld, valse arrestaties, kapingen:
* “Het laten exploderen van een aantal plastic explosieven op zorgvuldig uitgekozen plaatsen, de arrestatie van Cubaanse agenten en het publiceren van vervalste documenten die Cubaanse betrokkenheid aantonen zouden ook behulpzaam zijn in het versterken van het imago van een onverantwoordelijke regering.”
* “Gebruik maken van de gevoeligheid van de Dominicaanse luchtmacht voor het binnendringen van hun luchtruim. ‘Cubaanse’ B26 of C-46 vliegtuigen zouden ‘s nachts suikerriet kunnen bombarderen. Russische brandbommen zouden gevonden worden. Dit zou gecombineerd kunnen worden met ‘Cubaanse’ berichten aan de communistische ondergrondse beweging in de Dominicaanse Republiek en ‘Cubaanse’ wapenleveranties kunnen gevonden of onderschept worden op het strand. Het gebruik van MiG vliegtuigen bestuurd door Amerikaanse piloten zou voor een verdere provocatie zorgen.”
* “Kapingpogingen van vlieg- en voertuigen kunnen afgeschilderd blijven worden als acties die worden goedgekeurd door de Cubaanse regering.”
Een van de ingewikkeldste plannen was om: “een incident te creëren dat overtuigend zou aantonen dat een Cubaans vliegtuig een charter burgervliegtuig neer had geschoten op weg van de VS naar Jamaica, Guatemala, Panama of Venezuela. De bestemming zou zo gekozen worden dat de vluchtroute over Cuba zou lopen. De passagiers zouden een groep studenten op vakantie kunnen zijn of een andere groep met een gemeenschappelijke interesse om het charteren van een vlucht aannemelijk te maken”.
Lemnitzer en de ‘Joint Chiefs’ bedachten een ingewikkelde misleiding:
Een vliegtuig op luchtmachtbasis Eglin zou worden geschilderd en genummerd als een exacte kopie van een geregistreerd charter burgervliegtuig dat behoorde aan een (CIA-gerelateerde) organisatie in de omgeving van Miami. Op een vastgesteld tijdstip zou het duplicaat verwisseld worden met het echte burgervliegtuig en zouden de geselecteerde passagiers, allemaal met een zorgvuldig voorbereid alias, plaatsnemen in het vliegtuig. Het echte geregistreerde vliegtuig zou worden omgebouwd tot een ‘drone’ (een onbemand en op afstand bestuurbaar vliegtuig). De vertrektijd van beide vliegtuigen zouden zo worden uitgekozen zodat ze elkaar konden ontmoeten ten zuiden van Floria.
Vanuit dit ontmoetingspunt zou het vliegtuig met passagiers afdalen tot de minimale hoogte en landen op de vliegbasis Eglin, waar voorbereidingen waren getroffen om de passagiers te evacueren en om het vliegtuig terug te laten keren naar haar originele toestand. Het ‘drone’ vliegtuig zou ondertussen, volgens het vluchtplan, verder vliegen. Boven Cuba zou de ‘drone’ het internationale noodsignaal ‘May Day’ uitzenden en melden dat het werd aangevallen door Cubaanse MiG vliegtuigen. Dit radiobericht zou onderbroken worden door de vernietiging van het vliegtuig met behulp van afstandsbediening. Hierdoor zouden ICAO-(International Civil Aviation Organization) radio stations op het Westelijk Halfrond de VS kunnen vertellen wat er met het vliegtuig was gebeurd, in plaats van dat de VS zelf het verhaal zouden moeten ‘verkopen’.
Ten slotte was er het plan om “het voor te laten komen alsof Cubaanse MiGs zonder aanleiding een Amerikaans legervliegtuig hadden aangevallen boven internationaal water.” Het was een uitermate geloofwaardige operatie gezien het aantal beschietingen van de afgelopen tien jaar.
In de laatste zin van zijn brief aan minister McNamara waarin hij zijn plan aanprijst probeert Lemnitzer nog meer macht naar zich toe te trekken door voor te stellen dat de ‘Joint Chiefs’ verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de uitvoering van operatie Northwoods en de invasie. “Het is aanbevolen”, schreef hij, “dat de verantwoordelijkheid voor geheime en niet-geheime militaire operaties toegewezen wordt aan de ‘Joint Chiefs of Staff’”.
Om 2:30, op de middag van 13 maart, 1962 besprak Lemnitzer de laatste details met zijn geheime-operaties specialist Brigadier Generaal William H. Craig en ondertekende hij het document. Hij ging toen naar een ‘speciale bijeenkomst’ in McNamara’s kantoor. Een uur later ontmoette hij Kennedy’s militair vertegenwoordiger, Generaal Maxwell Taylor. Wat er gebeurde tijdens deze bijeenkomsten is niet bekend. Drie dagen later zei Kennedy echter tegen Lemnitzer dat er nauwelijks kans was dat de VS openlijk militair geweld zouden gebruiken op Cuba.
Onverschrokken hielden Lemnitzer en de ‘Chiefs’ vol, totdat zij min of meer toestemming eisten om Cuba binnen te vallen en te veroveren. Ongeveer een maand na het indienen van Operatie Northwoods kwamen ze bij elkaar in de ‘tank’, de vergaderzaal van de ‘Joint Chiefs’, waar ze het eens werden over een moeilijke brief aan McNamara. “De ‘Joint Chiefs’ denken dat het probleem met Cuba in de nabije toekomst moet worden opgelost”, schreven ze. “Verder is er volgens hen geen vooruitzicht op een vroeg succes in het omverwerpen van de huidige communistische regering door middel van een interne opstand of externe politieke, economische of psychologische druk. Ze denken dat militair ingrijpen door de Verenigde Staten noodzakelijk is om het huidige communistische regime omver te werpen”.
Lemnitzer was bijna bezeten in zijn haat tegen communisme in het algemeen, en tegen Castro in het bijzonder. “De Joint Chiefs of Staff denken dat de Verenigde Staten een militaire interventie kunnen ondernemen zonder risico op een totale oorlog”, vervolgde hij. “Ze geloven ook dat de interventie zo snel kan plaatsvinden dat communistische verzoeken aan de VN geminimaliseerd blijven.” Het plan van Lemnitzer was echter niet om het Cubaanse volk te bevrijden, maar om ze op te sluiten in een politiestaat die onder toezicht stond van het Amerikaanse leger. “De strijdkrachten zouden snelle en noodzakelijke militaire macht in Cuba verzekeren,” schreef hij. “Voortdurend politie ingrijpen zou noodzakelijk zijn.”
Tenslotte, Lemnitzer wond er geen doekjes om, schreef hij: “De Joint Chiefs of Staff bevelen aan dat een nationaal beleid voor vroeg militair ingrijpen op Cuba aangenomen moet worden door de Verenigde Staten. Zij bevelen aan dat deze interventie zo spoedig mogelijk plaatsvindt, het liefst voordat de troepen van de Nationale Garde en de Reserve, die nu in actieve dienst zijn, ontslagen worden.”
Op dat moment had McNamara het vertrouwen in zijn militaire leider verloren en wees hij nagenoeg ieder voorstel dat de generaal hem stuurde af. De afwijzingen werden een zodanige routine dat één van Lemnitzer’s stafleden verklaarde dat hij de generaal vertelde dat deze situatie het leger in een ‘vernederende sleur’ bracht. Maar Lemnitzer antwoordde: “Ik ben het hoogste militaire orgaan, het is mijn taak om te vertellen wat ik denk en het is zijn [McNamara's] taak om dat goed- of af te keuren.”
“McNamara’s arrogantie was verbazingwekkend.” zei Lemnitzer’s assistent die niets van Operatie Northwoods wist. “Hij gaf Generaal Lemnitzer heel weinig ruimte en behandelde hem als een schooljongen. De generaal stond bijna in de houding als hij die kamer binnenkwam. Alles was: ‘Ja, meneer’ en ‘Nee, meneer.’
Binnen een paar maanden werd Lemnitzer een tweede termijn als voorzitter van de ‘Joint Chiefs of Staff’ ontzegd en werd hij overgeplaatst naar Europa als NATO leider. President Gerald Ford verplaatste, jaren later, Lemnitzer, een lieveling van Republikeins rechts, naar het presidentiële Foreign Intelligence Advisory Board. Brigadier Generaal Craig, Lemnitzer’s Cuba ‘Chief’, werd ook overgeplaatst. Gepromoveerd tot Majoor Generaal, bracht hij drie jaar door als hoofd van de Army Security Agency, de militaire tak van de NSA.
Vanwege het geheime karakter en de illegaliteit van Operatie Northwoods bleven alle details veertig jaar verborgen. Lemnitzer zal gedacht hebben dat alle kopieën van de relevante documenten vernietigd waren; hij was niet iemand die belastend materiaal zou hebben laten slingeren. Na het Varkensbaaifiasco bijvoorbeeld, had hij Brigadier Generaal David W. Gray, Craig’s voorganger als hoofd van het Cuba project, opdracht gegeven alle notities over acties en discussies van de ‘Joint Chiefs’ tijdens die periode te vernietigen. Gray’s nauwgezette notities waren de enige gedetailleerde en officiële verslagen van de acties van de ‘Joint Chiefs’ van die tijd. Volgens Gray was Lemnitzer bang voor een onderzoek door het Congres en wilde hij daarom al het bewijsmateriaal vernietigd hebben.
Met al het bewijsmateriaal vernietigd voelde Lemnitzer zich vrij om te liegen tegen het Congres. Toen hem, tijdens een geheime hoorzitting voor een Senaatscomité, gevraagd werd of hij wist van plannen van het Pentagon om Cuba binnen te vallen, ontkende hij. Toch waren er gedetailleerde invasie plannen opgesteld vóór Kennedy’s installatie. En sindsdien waren er extra plannen ontwikkeld. De perfecte planner, een man van details, begon zich ontwijkend te gedragen en kon zich plotseling allerlei belangrijke aspecten van de operatie niet meer herinneren alsof hij jaren in het buitenland was geweest tijdens die periode. Senator Gore wilde dat Lemnitzer ontslagen werd: “De Joint Chiefs of Staff moeten eens door elkaar geschud worden”, zei hij. “We hebben per direct een nieuw hoofd en nieuwe leden nodig”. Niemand had enig idee van Operatie Northwoods.
Omdat zoveel documenten vernietigd zijn is het moeilijk om vast te stellen hoeveel hoge ambtenaren wisten van Operatie Northwoods. Zoals beschreven, is het document ondertekend en volledig goedgekeurd door Lemnitzer en de rest van de ‘Joint Chiefs’ en geadresseerd aan de Minister van Defensie. Of het via McNamara naar de President en de Minister van Justitie is gegaan is niet bekend.
Zelfs toen Lemnitzer zijn baan verloren had, bleven de ‘Joint Chiefs’ tot 1963 ‘voorwendsel-operaties’ plannen. Een voorstel was, om moedwillig een oorlog te starten tussen Cuba en een buurland van de VS. Dit zou het Amerikaanse leger een excuus geven om aan de zijde van Cuba’s tegenstander te vechten. “Een vermeende ‘Cubaanse’ aanval op een OAS [Organisation of Americas] lidstaat zou kunnen worden veroorzaakt” stond in één voorstel, “en de aangevallen staat kan worden gemaand tot ‘het nemen van maatregelen van zelfverdediging’ en het vragen van hulp aan de VS en de OAS; de VS zouden vrijwel zeker de nodige twee-derde steun kunnen verkrijgen van de OAS-leden voor een gemeenschappelijke actie tegen Cuba.”
Onder de landen die de VS voorgesteld hadden om in het geheim aan te vallen bevonden zich Jamaica en Trinidad-Tobago. Beide waren lid van het Commonwealth; zodat de VS, door in het geheim aan te vallen en Cuba de schuld te geven, Engeland in de oorlog tegen Castro konden lokken. Het verslag vermeld, “Elke voorbedachte actie die hierboven is beschreven is extreem risicovol in ons democratisch systeem waarin geheimhouding na het feit slechts met grote moeite in stand gehouden kan worden. Als de beslissing gemaakt zou worden om een incident in scène te zetten mag hier alleen hoog vertrouwd, geheim personeel aan deelnemen. Dit geeft de onmogelijkheid aan om militair personeel in te zetten voor welk aspect van de bedachte situatie dan ook.”
Het rapport stelt zelfs voor om iemand in de Castro regering om te kopen om de VS aan te vallen: “De enige logische mogelijkheid die dan nog overblijft is het omkopen van één van Castro’s lagere bevelhebbers om een aanval uit te voeren op [de marinebasis van] Guantananmo.” Deze daad, het omkopen van een andere staat om Amerikaanse militaire installaties aan te vallen, was landverraad.
In mei 1963 stuurde Paul H. Nitze, assistent Minister van Defensie een voorstel naar het Witte Huis met een ‘mogelijk scenario waarin de aanval op een Amerikaans verkenningsvliegtuig uitgebuit zou kunnen worden om uiteindelijk het Castro regime te verwijderen.” In het geval dat Cuba inderdaad een U-2 aan zou vallen, stelde het plan voor om extra Amerikaanse piloten op onnodige, laagvlieg verkenningsmissies te sturen in de verwachting dat ze ook neergeschoten zouden worden en zo een oorlog zouden uitlokken. “De VS kunnen verschillende maatregelen nemen die bedacht zijn om de Cubanen te stimuleren tot een nieuw incident”, meldde het plan, Nitze stelde zich echter niet beschikbaar als piloot.
Eén van de ideeën was om gevechtsvliegtuigen op “treiter verkenning-” en “show” missies te sturen om te “paraderen met onze vrijheid, in de hoop dat Cuba’s leger actie zou ondernemen”. “Zodoende”, zegt het plan, “hoewel het afhangt van de bereidheid van de Cubanen om te schieten, zou het neerstorten van een verkenningsvliegtuig op zijn best kunnen leiden tot de eliminatie van Castro, misschien zelfs tot de verwijdering van de Sovjet troepen en de installatie van inspecteurs in Cuba en op zijn slechtst als een teken van onze standvastigheid met betrekking tot verkenningsvluchten.” Ongeveer een maand later werd een laagvlieg verkenningsvlucht gemaakt over Cuba, maar helaas voor het Pentagon, leidde dit slechts tot protesten en niet tot kogels.
Lemnitzer was een gevaarlijke, misschien onevenwichtige, rechtse extremist in een bijzonder gevoelige positie tijdens een kritieke periode. Maar Operatie Northwoods had ook de steun van ieder lid van de ‘Joint Chiefs of Staff’ en zelfs de hoge Pentagon functionaris Paul Nitze sprak zich uit voor het uitlokken van een valse oorlog tegen Cuba. Het feit dat de meeste hoge functionarissen van de geheime diensten en het Pentagon zo vervreemd konden zijn van de realiteit en de betekenis van democratie zou vier decennia verborgen blijven.
In terugblik bieden de documenten nieuwe inzichten in het denken van de met sterren beslagen legerleiding. Hoewel ze er nimmer in slaagden om de VS in een valse oorlog met Cuba te storten, is dit misschien wel gelukt in Vietnam. Meer dan 50.000 Amerikanen en meer dan twee miljoen Vietnamezen zijn uiteindelijk omgekomen in deze oorlog.
Al lange tijd zijn er verdenkingen dat het Golf van Tonkin incident, de aanleiding voor de lange Amerikaanse oorlog in Vietnam, voor een groot deel in scène gezet of uitgelokt was door Amerikaanse functionarissen om steun van het Congres en het publiek te krijgen voor Amerikaanse bemoeienis. In de loop der jaren zijn er serieuze vragen gerezen over de vermeende aanval van twee Noord-Vietnamese patrouilleboten op twee Amerikaanse torpedojagers in de Golf van Tonkin. Verdedigers van het Pentagon ontkennen zulke beschuldigen en zeggen dat de hoogste functionarissen nooit zulk bedrog zouden plegen.
Nu echter, in het licht van de Operatie Northwoods documenten, lijkt het of het bedriegen van het publiek, en het verzinnen van oorlogen om Amerikanen in te laten vechten en sterven, goedgekeurd beleid was in de hoogste niveaus van het Pentagon. Het Golf van Tonkin incident lijkt zo uit het Operatie Northwoods script te komen: “We kunnen een Amerikaans schip opblazen in Guantanamo Bay and Cuba de schuld geven…lijsten met slachtoffers in de kranten veroorzaken een behulpzame golf van afkeer.” Je hoeft alleen “Guantanamo Bay” te vervangen door “Golf van Tonkin” en “Cuba” door “Noord Vietnam”. Het Golf van Tonkin incident kan wel of geen opgezet spel zijn, de hoogste leiders in het Pentagon waren in die tijd zeker in staat tot zulk bedrog.
“The public has a duty to watch its government closely and keep it on the right track.”
Lieutenant Gen. Kenneth A. Minihan, USAF, Director, NSA, NSA Newsletter, June 1997
Dit artikel is een Nederlandse vertaling van:
http://www.whatreallyhappened.com/northwoods.html (2006)
Extra's:
The members of the Joint Chief of Staff involved in Operation NorthwoodFrom left to right: Almirant George W. Anderson Jr. (Chief of Navy Operations), General George H. Decker (Chief of the Land Forces section), General Leyyman L. Leymnintzer (Chief of the Joint Chief of Staff), General Curtis E. LeMay (Chief of the Air Force section), General David M. Shoup (Commander of the Marines)
Bijna
100 pagina's Operation Northwoods documenten via "
Investigating the terror".
Extra Bronnen: